. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . e-ige beften, met vetmet al , verich en ftinkend twee ofdriemael in elkandregevlochten, zöoweides daeghs als des nachts, wan-neer zyftapen, om den hals i defge-hjks hebben beide mannen en vrou-wen, de benen vol gedroogde darm-ringen hangen, eenideels om voorhet fcherp fteken der doornen bevrijdte zijn, eensdeels om , wanneer zymetdanzen vreuc


. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . e-ige beften, met vetmet al , verich en ftinkend twee ofdriemael in elkandregevlochten, zöoweides daeghs als des nachts, wan-neer zyftapen, om den hals i defge-hjks hebben beide mannen en vrou-wen, de benen vol gedroogde darm-ringen hangen, eenideels om voorhet fcherp fteken der doornen bevrijdte zijn, eensdeels om , wanneer zymetdanzen vreucht bedrijven, watgefchals en gcraes daer door te ma-ken. De mans verbergen in de dar-men, die zy om den hals hebben, ta-bak, pijpen en andere fnuiferyen, inplaets van een zak. Zommigen hebben om den halsook eenige worteltjes hangen, diezydiep uit het lant, uit den gront der re-vieren halen , en onder her reizen opeenige gevaerlijke plaetfen van leeu-wen,! uiperderi of wol ven, hy het vuur(ontfteken, rerplaetfe, daer zy ver-nachten, fotaf keering van dit wiltge-dierte ) kauwen toi kleine ftukjes enbrokjes; wel k kauwicl zy dan rontomuit den mom blazen en ipuwen, metvaft betrouwen, dat daer zulk een kracht NE HIOPIEN. H7 fcflF ^A.^ ? --r y-. kracht by is, dat geen dier die reuk enfmaek, (hoeweldeze wortelen reuken fmakeloos zijn,) kan verdragen,nochte kracht hebben, om op hen aente komen; zoo datzy alle des nachtsdaeropgeruftelijkgaennederleggen. In het uitgaen hebben zy gewoon-lijk een vogel ftruis-veer,of eenftok-je, meteen wilde katten-fteert,Zö« inhun tale genoemt, overtogen , indeen hant, om daer mede in plaetsvaneenneusdoekhetftofen zant, en sde vliegen, daer het lant wonder vol af is, uit neus en oogen te vegen en af jte keren -, en in d andere hant een \Hechte afagaye. De vrouwengaennoit uit, zonder jeen leere vierkante zak, daer onder !aen elk einde een bofch quaften by !neerhanght, op den ruch te hebben 5 jaltijtsopgevult metdeeneofdande-re kleinigheden of fnu


Size: 2022px × 1236px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthordapperol, bookcentury1600, bookdecade1660, bookyear1668