. De flora van Nederland. Plants. familip: 22. CUPULIFERAE 15 vallen bladen, die er lang li^K^'n, omdat zij zoo langzaam verrotten door de groote lioeveeliieid looistof, die zij bevatten. Gebruik. Het beiikenhout is in stoom en warm water zeer buigzaam. Het wordt dan ook door wagenmakers en voor de bekende Weener meu- belen gebruikt. Als bouwhout is het ongeschikt, omdat het zoo slecht kan tegen afwisseling van droogte en vocht. Als brandhout is het uitstekend. De noten bevatten vrij wat olie, die er wel uit wordt geperst, ook worden ze als varkensvoer gebruikt. Voorkomen in Europa en in Neder


. De flora van Nederland. Plants. familip: 22. CUPULIFERAE 15 vallen bladen, die er lang li^K^'n, omdat zij zoo langzaam verrotten door de groote lioeveeliieid looistof, die zij bevatten. Gebruik. Het beiikenhout is in stoom en warm water zeer buigzaam. Het wordt dan ook door wagenmakers en voor de bekende Weener meu- belen gebruikt. Als bouwhout is het ongeschikt, omdat het zoo slecht kan tegen afwisseling van droogte en vocht. Als brandhout is het uitstekend. De noten bevatten vrij wat olie, die er wel uit wordt geperst, ook worden ze als varkensvoer gebruikt. Voorkomen in Europa en in Nederland. Debeukenboom komt in Midden- Europa tot 56':,'' voor, doch niet in het Noordoostelijk deel. Bij ons wordt hij veel in oude bosschen aangetroffen, doch is meest aangeplant en ook wel verwilderd. 6. Castjinea') Trii. Tamme kastanje. Hiertoe behoort slechts eene soort. C. sativa-) Mill. Tamme kastanje. (C. vulgaris'') Lmk.) (Fig. 11.) Deze boom heeft een gescheurde, grauwe schors en uitstaande, zwart- achtig grauwe takken. De bladen zijn ten deele 2-rijig geplaatst, ten deele verspreid, zij zijn langwerpig-lancetvormig, kortgesteeld, kort toe- gespitst, lang toegespitst getand, iets lederachtig, onbehaard , van boven donkergroen , glanzend, van onderen bleekgroen (fig. 11). De plant is eenhuizig. De mannelijke bloemen staan in rechtopstaande (verschil met de andere Cupuliferae), spichtige, tot 20 cM lange katjes, die zitten in de oksels der bladen en na deze verschijnen (fig. 11). Aan de spil zitten de bloemen in kleine kluwens bijeen. Vaak zitten aan den voet van de spil ook vrouwelijke bloe- men. De mannelijke bloemen hebben een 5-6- spletig, geelachtig bloemdek en 8-20 (meest 12) meeldraden, wier helmbindsel boven de hokjes uitsteekt (fig. 11.) De vrouwelijke bloemen zitten of aan den voet der mannelijke (zie boven) óf aarachtig aan bijzondere stelen, ledere vrouwelijke bloem bestaat uit een 5-9-slippig, bovenstandig bloemdek en een 5-8- (meest 6-)hokkig vrucht- beg


Size: 1441px × 1735px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants