. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. 242 Biologie der Zee. verlichting van de omgeving niets te maken hebben maar veelmeer een herken- ningsteeken zijn, dat kleur en teekening der in het daglicht levende soorten ver- vangt en derhalve slechts dient om de seksen bij elkaar te brengen. Vereischte. Fig. 10. Polylpnus spinosiis Gthr. Een bathypelagische visch met sterk ontwikkelde lichtgevende organen aan de onderzijde. daarvoor zou alleen zijn bestendig lichten tijdens den paartijd, in welken tijd trouwens bij visschen zeer algemeen een verhoogde functie der huid plaats h


. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. 242 Biologie der Zee. verlichting van de omgeving niets te maken hebben maar veelmeer een herken- ningsteeken zijn, dat kleur en teekening der in het daglicht levende soorten ver- vangt en derhalve slechts dient om de seksen bij elkaar te brengen. Vereischte. Fig. 10. Polylpnus spinosiis Gthr. Een bathypelagische visch met sterk ontwikkelde lichtgevende organen aan de onderzijde. daarvoor zou alleen zijn bestendig lichten tijdens den paartijd, in welken tijd trouwens bij visschen zeer algemeen een verhoogde functie der huid plaats heeft. Zonder twijfel zijn er ook gevallen, waarin op den kop geplaatste lichtorganen als schijnwerper kunnen werken en de omgeving van den jagen- den visch verlichten. Daarbij mag niet vergeten worden, dat zij even goed de aandacht op dezen lichtdrager vestigen en dat zij een lokmiddel zijn, waarop andere dieren afkomen krachtens hun phototaktische drift. Zijn deze laatsten de kleineren zoo vallen zij ten prooi. Maar het zou ook omgekeerd kunnen gaan. Het kan dus van veel beteekenis zijn om het lichten te kunnen onderdrukken. Dit vermogen wordt het best gerealiseerd door twee visschen in den Archipel {Anomalops en Photoblepha- ron), die willekeurig een om- vangrijke, onder het oog ge- legen sterk lichtgevende plaat door draaiing in de oogkuil kunnen opbergen. (Fig. 11). Hoe moeilijk en veelzijdig deze vraagpunten zijn, blijkt het best uit het feit, dat in de diepzee naast elkaar krabben optreden met gereduceerde en andere met hoogontwikkelde oogen. DoFLEiN meent te kun- nen aantoonen, dat de eersten een afgekorte ontwikkeling hebben, d. w. z. dat uit groote eieren jongen geboren worden, die hun geheele verdere ontwikkeling in de diepte doorloopen, in een lichtlooze, althans lichtarme omgeving dus, wat, zooals bekend, over generaties tot achteruitgang van het gezichtswerktuig Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been d


Size: 2261px × 1105px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectcoasts, bookyear1922