. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. Ijicalcaraia, oveiiaait on/.eii |)atrijs in grootte; de rug, vleugels en staart zijn roodbruin, met lijne golvende zwarte dwarslijnen; de kop, hals en de onderdeelen zijn zwart met witte, overlangsche vlekken. Men heeft op Sumatra, Borneo en Malakka twee soorten van patrijzen, cryptonyx of sRolluKis" genoemd, die vooral gekenmerkt zijn doordien haar achterteen van nagel ontbloot is. Zij hebben eenen zeer korten staart, tamelijk lange pooten en eenen stevigen, sterk gewelfden bek. In


. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. Ijicalcaraia, oveiiaait on/.eii |)atrijs in grootte; de rug, vleugels en staart zijn roodbruin, met lijne golvende zwarte dwarslijnen; de kop, hals en de onderdeelen zijn zwart met witte, overlangsche vlekken. Men heeft op Sumatra, Borneo en Malakka twee soorten van patrijzen, cryptonyx of sRolluKis" genoemd, die vooral gekenmerkt zijn doordien haar achterteen van nagel ontbloot is. Zij hebben eenen zeer korten staart, tamelijk lange pooten en eenen stevigen, sterk gewelfden bek. In grootte houden zij het midden tusschen onzen patrijs en den kwaitel. Bij eene soort, Cryptomjx Diis-vimieri, is het niannctje zwart, het wijfje bruin van kleur. — De andere, Cryptonyx cmda^ïw of scoronatus", is daarentegen fraai geteekend, aan het voorhoofd van een bundeltje aanmerkelijk verlengde haarvedertjes vooizien, terwijl men bovendien aan het achterhoofd van het oude mannetje eene groote, uit lange vederen met losse draden gevormde kuif waarneemt. Het vedorkleed van het mannetje is donker groenblaauw. met roestbruine vleugels en eene witte vlek op de kruin: het wijfje is tamelijk helder groen vau Cryptonyx AMKRIKAANSCHE jiOrtyx" en sOdontophorus" genoemd, hebben den staart slechts uit 12 pennen zamengesteld, en eenen korten, dikken bek, die aan de zij randen der onderkaak van 2 of meer, dikwerf zeer ilaauwe inkervingen voorzien is. De voetwortels zijn een weinig langer dan gewoonlijk, en zonder sporen. De vleugels zijn kort; de staart is mede bij velen kort, bij sommigen echter bereikt hij de lengte van den romp. Bij vele soorten is de bovenkop van eene kuif, en het vederkleed van fraaije kleuren voorzien. Velen houden zich in het hout op, alwaar zij ook roesten, en loopen behendig over boomtakken; anderen treft men in velden en andere vlakke streken aan. Zij leggen witte eijeren en het vleesch is voortreflelijk. De gewone soort, CoUmis Virgini


Size: 1617px × 1545px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872