. De flora van Nederland. Plants. 108 CHENOPODIACEAE. — FAMILIE 30. Bloemen zonder schutblaadjes, meest in 2-3-bloemige bijschermpjes, die een kluwentje vormen, dat in den oksel van een schutblad staat. De bloem- dekken van de verschillende vruchten vergroeien aan den voet met elkaar en vallen samen af. Kruidachtige, min of meer vleezige planten. Wortelbladen een roset vormend, langgesteeld. Stengelbladen verspreid, klein. Tabel tot het deterniineeren der soorten van Bèta. A. Stengel rechtopstaand. Wortelbladen eirond, stomp B. vulgaris biz. 108. B. Stengels li!T2;end. Wortelbladen eirond-ruit


. De flora van Nederland. Plants. 108 CHENOPODIACEAE. — FAMILIE 30. Bloemen zonder schutblaadjes, meest in 2-3-bloemige bijschermpjes, die een kluwentje vormen, dat in den oksel van een schutblad staat. De bloem- dekken van de verschillende vruchten vergroeien aan den voet met elkaar en vallen samen af. Kruidachtige, min of meer vleezige planten. Wortelbladen een roset vormend, langgesteeld. Stengelbladen verspreid, klein. Tabel tot het deterniineeren der soorten van Bèta. A. Stengel rechtopstaand. Wortelbladen eirond, stomp B. vulgaris biz. 108. B. Stengels li!T2;end. Wortelbladen eirond-ruitvormig. kort toegespitst. B. maritima blz. 108. B. vulgaris ') L. Biet. (Fig. 116). De plant is meest kaal en vaak donker purperkleurig aangeloopen en heeft een krachtigen, kegelvormigen of cylindrischen wortel. De stengel is rechtopstaand, sterk vertakt, krachtig, kantig, met rechtopstaande, krachtige takken. De wortel- bladen zijn groot, eirond, stomp, aan den voet iets hart- vormig, aan den rand meest gegolfd. De stengelbladen zijn klein, langwerpig tot lancetvormig, gesteeld, iets spits. De bloemkluwentjes zijn korter dan de lijn-Iancetvormige schutbladen en vormen zeer lange schijnaren. Stempels zijn er in de bloemen meest 2 en deze zijn langwerpig-ovaal. • 3 of 0. 6-12 dM. Juli—October. Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn sterk proteran- drisch, zoodat zelfbestuiving geheel is uitgesloten. De ring om het vruchtbeginsel scheidt honig af, zoodat bestuiving^ door insecten niet is uitgesloten en werkelijk ook insecten- bezoek is waargenomen. Voorkomen en gebruik. De plant is soms verwilderd ge- vonden. Zij wordt nl. veel gekweekt en is inheemsch aan de kusten van Zuid-Europa. Het is een plant voor de klei- en leemgronden. Evenals de meeste cultuurplanten is ook zij zeer veranderlijk. De wortel van den wilden vorm is niet dikker dan de stengel en is niet vleezig, wat wel bij den gekweekten vorm het geval is. De gekweekte hoofdvormen zijn: fï. Cicla L. (B. hort


Size: 1412px × 1770px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants