. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . nemen. L i y i u s. Lxxxvin. TLangh-halzige^w^/, den E^èl afgedreven,tLaft-dragend Muyl-^eerJ^ en de Bufifel^Lsx van leven,Zich vonden tïaem vergaert, in een gezoncken dal :Elck klaeghde zijn verdriet en daeghlijcx ongeval;Om dat elck volgen moft 2ijns heeren Iaft en wenfchen,En dienen tot gerief en flavernij der H^/langh-geoord die kreefchuy tongeduit,Hij was aen zulcken laft noch a


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . nemen. L i y i u s. Lxxxvin. TLangh-halzige^w^/, den E^èl afgedreven,tLaft-dragend Muyl-^eerJ^ en de Bufifel^Lsx van leven,Zich vonden tïaem vergaert, in een gezoncken dal :Elck klaeghde zijn verdriet en daeghlijcx ongeval;Om dat elck volgen moft 2ijns heeren Iaft en wenfchen,En dienen tot gerief en flavernij der H^/langh-geoord die kreefchuy tongeduit,Hij was aen zulcken laft noch arbeyd niet verfcrmld,Hij wildet zich onflaen, en langer dus niet kruypen,En voortaenoeffnen niet als vreten, flempen, ftraften dandre drije zijn domheyd al te rouw,En raden dat hij met dien ftaet vernoegen willen flavernij ontgaen is moeyt verloren,Om dat wij (zeyden zij) tot flaven zijn geboren. „ Hoe menigh plompaert noch al ftribbende bepleyt„ tOntgaen het dienftbaer juck dat hem is opgeleyd.„ Mae r tis vergeefs gewoelt omt voorfchick te verfchrijven:„ Want die een Ezel is, die moet een Ezel blijven. Aa ^9 Warandk der Dieren. 8 j. ïïabiaen en de <^£eo±. GElijck de Aep en de Kat haer aert niet laten: fo mede niet die ANTONiNiisCARACALLARoomfcheKeyfer^,die van natueren toornigh was. Defe was in zijn jeugd van Severo zijnen vaderwel opgevoedt,cnde van goede leermecfrers tot alle deugden ende vrije konftenondcrwefen, endegcftiert: daerin hij fo toegenomen had,dat hij een goed Phi-lofooph was , ende de meefte uren des daegs daerin toebrachte, betoonde hemoock gants fachtmoedig,ende ais ymand veroordeelt,ende ter dootgevoert worde, foo weende hij, ende kcerder zijn oogen af, op dat hijt bloedtniet en lage. Maer als hij namaels begoft te rijden en te vechten,ibo liet hij weldra mereken, waer toe hij genatureert was: en als hij na zijns vaders dood Key-fer wierde, ende t iweerdt in de handt kreegh


Size: 1736px × 1440px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems