. De onwaardige wereld: vertoond in vyftig zinnebeelden, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . -dienaar , of een lafte-raar , of een dronkaard, of een roover: dat gy metzodaanigen eenen ook niet en zult eet en. Ephezen V: s- Want dit weet gy , dat geen hoereerder , of on-reine , of gierigaard , die een afgodendienaar is%erffeniffe en heeft in het Koningryke Chriftus enGods. Kolos* WERELD. ioï KoLOSSENZEN III: f. Doodet dan uwe leden die op de aarde zyn, [na-fnelyk~\ hoererye, onreinigheid, \_fchandelyke~] be-weeginge, quaade begeerlykheid, en de gierigheid ywelke is afgoden-dienft. i Ti
. De onwaardige wereld: vertoond in vyftig zinnebeelden, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . -dienaar , of een lafte-raar , of een dronkaard, of een roover: dat gy metzodaanigen eenen ook niet en zult eet en. Ephezen V: s- Want dit weet gy , dat geen hoereerder , of on-reine , of gierigaard , die een afgodendienaar is%erffeniffe en heeft in het Koningryke Chriftus enGods. Kolos* WERELD. ioï KoLOSSENZEN III: f. Doodet dan uwe leden die op de aarde zyn, [na-fnelyk~\ hoererye, onreinigheid, \_fchandelyke~] be-weeginge, quaade begeerlykheid, en de gierigheid ywelke is afgoden-dienft. i Timoth: VI: 10. Want de geldgierigheid is een wortel van allequaad, tot welke fommige lufi hebbende zyn afge-dwaald van V geloove, en hebben haar zeiven metveele fmerten doorfteeken. 2 Timoth: III: i, 1. En weet dit ? dat in de laatjle dagen ontjlaanzullen zwaare tyden. •01 irii,( , ié Want de menfchen zullen zyn liefhebbers ^ haar zeiven, geldgierig, laatdunkige, hovaardigefn jafteraars , den ouderen ongehoorzaam , ondank-baar , onheilig. Dt ïoa De ONWAARDIGE XXVI. De IGÏ W E R E L D. 103 Op figuur XXVI. D e Koning bood een Prinfên Kroon,--r Aan iemant, die de Zwynen hoeden,Mits dat hy tot een wcder-loon,^f*| Die groote gaave zouw vergoeden. Waar meê doch ? wyl een arme man,% Ontbloot, vanwyshcid en van haave,Niets van beduiden geeven kan,Laat ftaan een Koninglyke gaave? Den eis was weinig en gering jEen lap des Roks die hem bekleeden, Op dat hy met die fcheure ging,Een korte weg , van weinig treeden. Maar *t was dien man zo veel niet waard,Hy wouw zyn vodden niet verlaate,Opdathy (wonderlyk van aard)Pat Prinsdom niet te duur word dat hoofd van elk geacht; II Ver- 104 De ONWAARDIGE Verftandig, of beroofd van zinnen ? Hy word van ieder uitgelacht:Zo zullen wy van u beginnen ; ö Menfch ! die maar een hoeder zyt sVan veele Zwynen der gedachten, Die vroeten in den drek der tyd,En weiden in moeras en grachten. Den Koning van de hoogfte Tr
Size: 1391px × 1797px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookdecade1, booksubjectemblembooks