. De flora van Nederland. Plants. I-AM1LI1-: 83. — FRIMULACEAE. — 39. Primula acaulis Pig. 43. / langstijlige vorm, 2 kortstijlige vorm. knopjes in de opeiiiii}; der hier iets treclitervoriiii^ verwijde bloeinkrooiibiiis, terwijl de stempel daarin tot de halve hoogte reikt. Bezoekers zijn vooral Bombus hortoriim en Anthophora pilipes, die beide met hun 18-21 mM lange slurf den honig gemakkelijk kunnen bereiken. Zij raken in den kort- stijligen vorm met den kop, in den langstijligen met de kaken de helmknopjes aan en bewerken zoo kruisbestuiving. Bij P. officinalis en I^. elatior is de bloemkro


. De flora van Nederland. Plants. I-AM1LI1-: 83. — FRIMULACEAE. — 39. Primula acaulis Pig. 43. / langstijlige vorm, 2 kortstijlige vorm. knopjes in de opeiiiii}; der hier iets treclitervoriiii^ verwijde bloeinkrooiibiiis, terwijl de stempel daarin tot de halve hoogte reikt. Bezoekers zijn vooral Bombus hortoriim en Anthophora pilipes, die beide met hun 18-21 mM lange slurf den honig gemakkelijk kunnen bereiken. Zij raken in den kort- stijligen vorm met den kop, in den langstijligen met de kaken de helmknopjes aan en bewerken zoo kruisbestuiving. Bij P. officinalis en I^. elatior is de bloemkroonbuis korter, dus kunnen daar ook bijen met kor- tere slurven terecht. De 3 Primula-soorten worden ook door verschillende vlindersoorten, den citroenvlinder en den kleinen vos bezocht, doch steeds door vlinders met lange slurven. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op vochtige, beschaduwde plaatsen, aan beekjes voor. Zij is bij ons vrij zeldzaam en misschien wel alleen een overblijfsel van vroegere culturen. (). Hottónia ') L. H. paliistris-) L Waterviolier (fig. 44). De gelede, sterk vertakte wortelstok, kruipt in het slib van den bodem der wateren en loopt uit in een schuin opstijgenden, dicht bebladerden stengel onder water, die zich boven water verlengt in den bloemdragenden stengel. Dicht onder de plaats, waar de bloemstengel boven water uitkomt, zitten verscheiden zijtakken, die zich soms nog weer gaffelvormig vertakken en kranswijs aan den hoofd- stengel staan. Beneden is de laatste van afgestorven bladresten voorzien, hooger op zijn stengel en tak- ken bezet met dicht opeengedrongen bladen. De bladen zijn alle ondergedoken, staan verder ver- spreid en zijn kamvormig-vindeelig met lijnvormige, zeer teere en doorschijnende slippen. De bloemen staan aan den bloemstengel in ver- wijderde kransen in de oksels van kransstandige schutbladen en vormen samen een afgebroken tros, die uit 3-7 kransen bestaat. De bloemdragende stengel is n


Size: 2240px × 1115px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants