. Het Overvloeijend Herte : of Nagelatene Verzen . 3 en 4. e handen des doods hadden my omvan-gen^ en de angjien der helle hadden my ge-troffen: ik vond benauwdheid en ik riep den naam des HE ERENaan^ [zeggende,] ach HEEUE, bevryd my-ne ziele, Ps. H E R T E. 185 Ps: XXIII. vers 4. 0 Al ging ik ook in een dal der fchaduwedes doods, ik zou geen kwaad vreezen, wantgy zyt met my; uiu fiok, en uvj flaf, disvertroopen my. Het zal wel gaan, J_j^I gaac het water aan de lippen. Het mag den vroomen tog geen kwaad;Hy zal t gevaar en t kwaad ontglippen. Die op den grond der vroomheid fla
. Het Overvloeijend Herte : of Nagelatene Verzen . 3 en 4. e handen des doods hadden my omvan-gen^ en de angjien der helle hadden my ge-troffen: ik vond benauwdheid en ik riep den naam des HE ERENaan^ [zeggende,] ach HEEUE, bevryd my-ne ziele, Ps. H E R T E. 185 Ps: XXIII. vers 4. 0 Al ging ik ook in een dal der fchaduwedes doods, ik zou geen kwaad vreezen, wantgy zyt met my; uiu fiok, en uvj flaf, disvertroopen my. Het zal wel gaan, J_j^I gaac het water aan de lippen. Het mag den vroomen tog geen kwaad;Hy zal t gevaar en t kwaad ontglippen. Die op den grond der vroomheid flaar. Ps: LXIX. vers 16. ^ aat my de watervloed niet overjlroomenyen laat de diepte my niet verjlinden: noglaat de put zynen mond over my niet toejluiten. Ps: XCIII. vers 3 en 4. De rivieren verheffen^ cl HEERE^ de ri-vieren verheffen haar bruifen: de rivieren ver-beffen haar e aanffootinge: [ Dog ] de HEERE in der hoogte is ge-weldiger^ dan het bruifen van groote wate-ren y [■ dan 3 de geweldige baar en der 5 Het $.Z6 Het OVERVLOE IJEND. Maar Jcmzakm dat hoven Is^ dat is vry^^eik is onzer aller moeder. GaJ: IV. v. 26. op H E R T E. 187 Op Figuur LXI. VV y zien Jeruzalem van veere. Door middel van Geloov en Hoop,Die fclioone ftad van ons c hoogc doel van onzen loop. ó JL elgrims na de ftad van vrcede;De vlugije tyd maakt wyde treeden. I eruzalem, ó fchoone Bruid!Hoe gaat myn herte tot u uit. EindUng en ten Laatffe. ,JL/ie zig de Reis had voor genomen^ Is na veel treeden voord en laaftcn aan het eind gekomen, Ter plaats van rufl:, daar hy behoord. Het eind goed^ al goed,Vjy vreemdelingen op der uwe Pelgriraagie doet, Na \ 88 Het OVERVLOEIJEND Na ecnc (lad van hooge waarde. Een ftad vervuld met Eeuwig goed;Getroofl u t fwerven en vermoeijen,Uw vreede en ruft zal eindloos bloeijen, Hebr: XI. vers. 9 en lo. D oor V geloove is hy een ïnUJOorJer gfxeeflin het land der beloften^ als in een vreemd[ land^ ] en heeft in tabernakelen gewoondmet Iza
Size: 1346px × 1856px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookce, booksubjectemblembooksdutch