. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. TACHYTRIOCHIS. 391 S. B. bewonen over het algemeen zwampachtige savannes en oevers van kreken en rivieren. In de kolonie staan ze bekend als Biegie Baboen- en Piengo-akka, d. w. z. Groote Brulaap- of Piengo-roofvogel, bij de Arowakken als Arapaiko en bij de Caraïben als Woiarapatje. Hun prooi bestaat behalve uit visschen, krab- ben enz., vooral uit slangen. Teneinde deze te bemachtigen, zouden S. B. zich, volgens Schomburgck, zelfs te midden der vlammen op de brandende savannes wagen. Tevens zijn ze in staat zeer snel door het stru


. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. TACHYTRIOCHIS. 391 S. B. bewonen over het algemeen zwampachtige savannes en oevers van kreken en rivieren. In de kolonie staan ze bekend als Biegie Baboen- en Piengo-akka, d. w. z. Groote Brulaap- of Piengo-roofvogel, bij de Arowakken als Arapaiko en bij de Caraïben als Woiarapatje. Hun prooi bestaat behalve uit visschen, krab- ben enz., vooral uit slangen. Teneinde deze te bemachtigen, zouden S. B. zich, volgens Schomburgck, zelfs te midden der vlammen op de brandende savannes wagen. Tevens zijn ze in staat zeer snel door het struikgewas te loopen. Evenzoo is hun vlucht krachtig, snel, en zeilen ze soms in cirkels boven hunne jachtterreinen rond. H. M. broedt gedurende de middenmaanden van het jaar. Het nest van takjes, twijgen enz., wordt zoowel in hooge als lage boomen gebouwd. Het wijfje legt i of 2 rondachtige, witte eieren met slechts enkele roodbruine vlekken en wolken. M. Afm. 60 X 49 Poot van Hctfrospizias meridionalis. TACHYTRIOCHIS, KAUP. T. abbreviatus, Cab. = id,, Cab. in ScJiomh. Reis. = B. albi/rons, Sciilcgal, Mus. P. B. Ad. Over het algemeen zwart of zwartachtig bruin, de basis der vederen zuiver wit; staart zwart met drie breede dwarsbanden, aschgrijs aan de buiten vlag, maar zuiver wit aan de binnenvlag; pooten geel. Twee phases zijn bekend, een zwarte en een lichter gekleurde; eerstgenoemde is de door Schlegal beschreven Buteo cabanisii. Jong. Ongeveer als ad.; staart grijsachtig bruin met talrijke schuine, zwarte banden of strepen, de binnenvlag der rectrices gedeeltelijk of geheel wit. L. 49, vl. 38, st. , tars, , culm. 2. De wijfjes zijn grooter: vl. 42. Geogr. dist. noordwaarts tot Califomië en Texas. Lok. dist. Vooral de lagere Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been digitally enhanced for readability - coloration and appearance of these illustrations may not perfectly resemble the original


Size: 1025px × 2438px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksubjectbirds, bookyear1908