. Het Overvloeijend Herte : of Nagelatene Verzen . et onze jjoonjleede ,die uit den Heemelis^ overkleed te worden. Zo wy ook bekleed en niet naakt zullen be-vonden worden. 2 Cor: V. vers 2 en 3. Op HERT E. _ 73 Op Figuur XX. \^_y p dat de Couwkunfl: kryg haar fland,Zo word de fchulp tot ftof verbrand; Hoe bezig is het menslyk leevcn!Waar blyft de kalk die dienen hegting van het gToot gebouw. Dat ons na deezen moed omgeeven. o Deut: V. vers 29. ch dat zy zulk een hertc hadden ommy te vreezen^ en alle myne geboden f allendagen te onderhouden: op dat het haar en haa-ren kinderen ivel gin


. Het Overvloeijend Herte : of Nagelatene Verzen . et onze jjoonjleede ,die uit den Heemelis^ overkleed te worden. Zo wy ook bekleed en niet naakt zullen be-vonden worden. 2 Cor: V. vers 2 en 3. Op HERT E. _ 73 Op Figuur XX. \^_y p dat de Couwkunfl: kryg haar fland,Zo word de fchulp tot ftof verbrand; Hoe bezig is het menslyk leevcn!Waar blyft de kalk die dienen hegting van het gToot gebouw. Dat ons na deezen moed omgeeven. o Deut: V. vers 29. ch dat zy zulk een hertc hadden ommy te vreezen^ en alle myne geboden f allendagen te onderhouden: op dat het haar en haa-ren kinderen ivel ginge in Eewwigheid! Mat TH: VII. vers 24 en 25. Een iegelyk die deeze myne scoorden hoorden dezelve doet^ die zal ik vergelyken hy eenvoorzigtig man, die zyn huis op een fleenrotzegehouvjd heeft. En daar is fagregen neder gevallen^ en dewaterftroonien zyn gekomen^ en de ivinden heb-ben geixiaaid^ en zyn tegen het zehe huisaangevallen^ en het is niet gevallen, joant hetwas op de fleenrotze gegrond E 5 De 74 Het ÓVERVLOEIJEND XXI. De Als de Godlooze menfe flerft vergaat zyneverzvagtmge: zelfs is de allerjlerkfle boopevergaan. Spreuk: XI. vers 7 H E R T È. 75 Op Figuur XXI. JL^us word de vallc grond diep verborgen voor onze oogen; ^laar de arme mens zoo onbedogt,Als met een Toover-gcefl: bedrogen. Zet z}n gebouw van Eeuwig flaan, Op lofTcn grond van ydlen waan. SfTvEUk: XVI. vers 25. ■I J nm- is een iveg die iemand regt fcbynd:maar het laatpe van dien zyn wegen desdoods. Jesa : XXIX. vers 13 en 14. IFant de Heer heeft gezeid: daarom datdit volk [tot my] naderd met zynen monde enzy my met haar lippen eer en ^ dog haar herte verre van my doen: en haare vreczc, \_daarmede zy] my [vreezen] menfen gehooden zyn diehaar geleerd zyn: Daarom, ziet ik zal voorts wonderlyk metdit volk handelen ^wonderlyk en voonderbaarlyk:watij: de ijoysbeid zyner wyzen zal vergaanen het verfland zyner verjlandlgen zal zigverbergen. De 76 Ket OVERVLOEIJENÜ XXILDe Stempel


Size: 1466px × 1705px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookce, booksubjectemblembooksdutch