. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . endet gene zij aireede hadden, verliefen, ende t an-der datfe noopten niet bekomen. Frontin. lib. 2. LXXXXL DE Vboglaer op zijn luym vingh een Patrijs int garen;HetVclt-boen in sdoods fchrick,en duyterfte gevaren,Den Vooglacr vrundlijck fmeeckte,en om zijn leven (fprack het) rooft mij niet mijn alderweerdfte Ichat!Mijns levens doch verfchoont; ick ftaein dayzent vreezen:Mij weer invrijheyd


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . endet gene zij aireede hadden, verliefen, ende t an-der datfe noopten niet bekomen. Frontin. lib. 2. LXXXXL DE Vboglaer op zijn luym vingh een Patrijs int garen;HetVclt-boen in sdoods fchrick,en duyterfte gevaren,Den Vooglacr vrundlijck fmeeckte,en om zijn leven (fprack het) rooft mij niet mijn alderweerdfte Ichat!Mijns levens doch verfchoont; ick ftaein dayzent vreezen:Mij weer invrijheyd fteld, ick wilu danckbaer wezen,En jagen u zoo veel Patrijzen in den ftrick,Als ghij begeeren zoud, in eenen ,zeght de Vboglaer, neen : zijt ghij zoo boos van herten^Dat ghij een ander wilt toebrengen zulcke fmerten,Waer van ghij hertlijck wenlcht ufelven nu tJontflaen>De welverdiende ftraffe en zuldij niet ontgaem„ Die opzijn luymen light om andren te verraden,„Zal eenen zwaren vloeck op zijne fchoudren laden:„ Die andren lagen leyd, oft onderftaet te doon,„Werd zelfs in t net gejaeght, en krijght verraders loon,. 9^ Warande der Dieren. 91. De Hennen en t Vett-Hoen*. ALdus ginghhetfchiermet Romuh, dien delierder Fauflus bij het wa-ter gevonden , ende t huys gedragen heeft. Want of hij wel vanKoninglijcken ftam en bloede was , foo is hij nochtans van , ende onderde boeren opgevoedt , die hem veel leeds aendeden, ende zeer hateden,ende quelden. Macr als hij wifte dat hij geen boer , maer van een anderaert was j ooek zagh dat de boeren zelfs onder malkander niet eendrach-tigh waren , hoc wel zij van een ftaet ende aert waren , foo heeft hij zijnquellagie verduldigh opgenomen, ende foo langh verdragen, tot dat hemde zon des gclucx opgingh , ende hij tot grooter eer , ende h»oger ftaetgekomen is. Commentatores in Virgilium.


Size: 1731px × 1444px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems