. Nederduytsche poëmata . fy fvvijghen,Sywreeckt haar felven niet, fy lijd het ongelijck, ; •End alsfy mildlijck geeft dan word de Liefde rijcfcv^^ ^- -De Liefde fal niet doen, noch laten niemand krencken^De Liefde fal het beft, end noyt het cjuaadfte dencken^,De Liefde willigh geeft een yder een het fijn,Sy lieght omniemands gunft,fy liegt doordwang,noch pijn^,De Hope, end Geloof vergaan hier met ons leven,De Liefde blijft altijd, end fal oock fijn verheven. -Na defes wecrelds eeuw: de Enghlen onder eenSijn door der Liefden band verbonden, end die hier Hopen kan heeft ftoffe om te


. Nederduytsche poëmata . fy fvvijghen,Sywreeckt haar felven niet, fy lijd het ongelijck, ; •End alsfy mildlijck geeft dan word de Liefde rijcfcv^^ ^- -De Liefde fal niet doen, noch laten niemand krencken^De Liefde fal het beft, end noyt het cjuaadfte dencken^,De Liefde willigh geeft een yder een het fijn,Sy lieght omniemands gunft,fy liegt doordwang,noch pijn^,De Hope, end Geloof vergaan hier met ons leven,De Liefde blijft altijd, end fal oock fijn verheven. -Na defes wecrelds eeuw: de Enghlen onder eenSijn door der Liefden band verbonden, end die hier Hopen kan heeft ftoffe om te die t Geloove heeft magh Chriftum Heere die t beyde heeft, heeft wonder veel geraackt^Maar die de Liefde heeft die is alleen volmaackt. Fermaninghe tot vyerckelijcke hetrachünghe der genade Codesm Chrlflo, Ut alle tot den Heere gaan^Ghy die vermoeyt fijt, end belaan^Hy wil u helpen uyt de pijn,Hy (al u rechte troofter gevenuvveshertenluft, .:i:^.i ^u.;.- Ja ftellen uwe Ziel geruft. ^-. 8 Hy is gedaalt van boven ne^er. Om met alleen de Joden we^er. End uytverkoren van die ftam Te vryen, maar als Godes Lam, DeHeydnenoockuycware min Te brenghen tot het leven in : Hy fal u wefen tot een heyl, Een Herder, leydfman fonder feyl, Eenvvaarheyd die het alles leert, Een vvegh die tot den hemel keert. Een leven dat fijn krachten fpreyc Van nu tot in der eeuvvigheyd: Want foo door een tot ons gewis De fond eerft ingekomen is, End door de fonde voorts de dood, Soo doodt nu die, wiens naam is groot, Onf boofe fond, end al ons quaad, Soo dat de dood ons niet en fchaad : Maar al fijn lijden aan het kruys En baat u niet eens blads gedruys, Sijn goedheyd, die hy jonftigh bied Aan alle menfchen, helpt u met. Alwaar uw Ziele mat, end moe t En fy ghy u die eyghent toe: Wat helpt den fiecken dat hy fiet Den Medicijn in fijn verdriet, Soo hy niet inneemt tfijner baat Den voorgefchreven dranck, of raad, End foo hy hem met fteeds en wacht Voor t eheen de fieckt geef


Size: 1543px × 1620px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1630, booksubjectemblems, bookyear1635