. Onze vogels in huis en tuin . luizen zich dan ook eenige malen daags en baden gaarne. Men voert ze met gierst en wit zaad, of met zoogenaamd nuttigen zij slechts met tegenzin, gemalen maïs, gekookte of geweekte rijst daarentegen meestal gaarne; evenwel schijnt geweekt voedsel minder doelma-tig voor hen te zijn. In sommige streken van West-Afrika, waar zij in menigte met netten wordengevangen, voert men ze met gemalen maïs en versche graszaden. Daar het sterkevogels zijn, komen er bij het vervoer slechts weinigen om het leven, doch dikwijlsplukken zij gedurende den overt


. Onze vogels in huis en tuin . luizen zich dan ook eenige malen daags en baden gaarne. Men voert ze met gierst en wit zaad, of met zoogenaamd nuttigen zij slechts met tegenzin, gemalen maïs, gekookte of geweekte rijst daarentegen meestal gaarne; evenwel schijnt geweekt voedsel minder doelma-tig voor hen te zijn. In sommige streken van West-Afrika, waar zij in menigte met netten wordengevangen, voert men ze met gemalen maïs en versche graszaden. Daar het sterkevogels zijn, komen er bij het vervoer slechts weinigen om het leven, doch dikwijlsplukken zij gedurende den overtogt elkander alleronbarmhartigst de veeren uit,waardoor zij dan natuurlijk veel van hunne waarde verliezen. In gevangenschap worden zij gewoonlijk vrij oud; wanneer zij echter vier ofvijf jaren in de kooi hebben doorgebragt, zijn meestal hunne nagels en somshunne teenen vergroeid; het gevolg daarvan is, dat velen zich tusschen hun vlecht-werk verhangen; daarom is het zeer dienstig, hun nu en dan de punten der nagelste : p ■ DE BENGALI. ESTRELOA PHOENICOTIS. Deze kleine, fraai geklemde Grasvink bewoont een groot gedeelte van t Noord-Oosten van Afrika, vooral Kordofan en Abyssinië. In de moerassige streken langsden Witten Nijl komt hij veelvuldig voor, doch hij bewoont ook de bergen, waarmen hem in de euphorbla-boschies aantreft. In I. Westen van Afrika zijn deze vogeltjes minder algemeen en komen zijalleen in gezelschap van andere verwante soorten voor; in t Oosten van dat wereld-deel daarentegen zwerven zij bij troepen rond en leven zij minder met anderesoorten te zamen. Volgens kapitein Speke zijn zij zeer talrijk in het rijk Unijamuezinabij de dorpen, namelijk in de heggen, waardoor die negerdorpen begrensd worden. De Bengali wordt ook het Blaauwe Fazantje genoemd. In Frankrijk heet hetCordon bleu, in Engeland Butterfly Finch. Het mannetje is te herkennen aan de roode vlek op de wangen; bij de wijfjesis ook de blaauwe kleur fletser. De jongen zijn aanvankelijk k


Size: 1392px × 1796px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorkeul, bookcentury1800, bookdecade1860, booksubjectbirds