. Staat- en zedekundige zinneprenten, of, Leerzame fabelen . Ten diende ftaan, van zweep en fpoor gewond. En by ligt voor kar en molen vreezen?ó Vrye beemd, waar vliegt myn vryheit heen! Ik kon in \ veld geen medgezel vreem^de vovOgt fluit my nu t blok aan t been j En ik fta blcot voor allcihande plagen. Ge- Z I N N E P R E N T E N. tf Gemaklyk is alle afgang naar beneén: ^ Maar t fteile pad van daar weer op te ftygenHeeft werk in. wie, met zynenftaat te onvreén, Naar fcheuring haakt, ftaat dus zyn loon , zd de man, toen meefter van het Paert: Dat met u twee t


. Staat- en zedekundige zinneprenten, of, Leerzame fabelen . Ten diende ftaan, van zweep en fpoor gewond. En by ligt voor kar en molen vreezen?ó Vrye beemd, waar vliegt myn vryheit heen! Ik kon in \ veld geen medgezel vreem^de vovOgt fluit my nu t blok aan t been j En ik fta blcot voor allcihande plagen. Ge- Z I N N E P R E N T E N. tf Gemaklyk is alle afgang naar beneén: ^ Maar t fteile pad van daar weer op te ftygenHeeft werk in. wie, met zynenftaat te onvreén, Naar fcheuring haakt, ftaat dus zyn loon , zd de man, toen meefter van het Paert: Dat met u twee te zwaar u viel te deelenIs t myne nu. dus ziet ge hoe men vaart Indien men wil alzins den meefter ge onbeheerft en in vercent elkaar, en haal geen vreemden in. Hebt gy u zelf geftort in vreemde plagen,Rek uw ge duit en leer uw leet verdragen. — facilis descenfus avertisSed rovocare gradum^Superasque e-jadere ad aurosMh o^us^ hic ïabor eji. D DE 16 STAAT- EN ZEDEKUNDIGE DE VLIEG EN ZTóUuntur irt alamv ut Ltpjit ^rai^tore riumt Veiliger aan flrant gezetewDan zyn jeiigt op zee gefleten ^X. Z I N N E P R E N T. JL Ragt naar te groot een vryheit nietcVlie liever t ongebonden leven,Dat, alle tugt en dwang ontdreven ,Niet dan verboden welluft bied . Wie daar iets goets uit tragt te hopenLegt, eer hyt denkt, in drek verzopen. Ha isr ZINNEPRENTEN. vf Haar weelde is niet dan enkle fchyn, Gevaarlyk haar vergiilt blanketzel Dat alle deugden (Irekt een goudc koppen fchuilt fenyn. Naar haren toverzang te hooren Is zig in wis verderf verfmoren. Dat leert de wufte Wit*^, hier in De Zinneprent vertoont naar t leven j Die 5 van verkeerden waan gedreven,De Mier dus invaart: Wat gewin, Rampzalig Dier, ftaet u togopen. Uit flaverny is niets te hopen. Gy werkt en tobt en flaaft en wroet, Gelyk een ezel, bang voor flagen, En laat den zomer u ontjagen:Daar ik, in weeldens overvloet My geene vryheit laat verdrieten Die, wat ik wens, my doet genieten.


Size: 1799px × 1388px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorgolejacob16601737, booksubject, booksubjectfablesdutch