. De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerley bloemen : vervattende over de honderd konstige figuuren : met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . AUecnlyk wandeld ivaardiglyk het Euangeli vanChriftus , op dat het zy ik kome en u zie , het zyik afïveezig hen, ik van uwe zaaken mag hoor en ,dat gy ftaat in eenen geefi , met een gemoed geza^nientlykftrydende door hetgeloove des Euangeliums: En dat gy in geen ding verfchrikt en word vande geene die tegenftaan : het welke haar wel eenhewys is des verderfs , maar u der zaligheid , endat van God. KOLOSSENZEN I : 23. Indien gy maar in V


. De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerley bloemen : vervattende over de honderd konstige figuuren : met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . AUecnlyk wandeld ivaardiglyk het Euangeli vanChriftus , op dat het zy ik kome en u zie , het zyik afïveezig hen, ik van uwe zaaken mag hoor en ,dat gy ftaat in eenen geefi , met een gemoed geza^nientlykftrydende door hetgeloove des Euangeliums: En dat gy in geen ding verfchrikt en word vande geene die tegenftaan : het welke haar wel eenhewys is des verderfs , maar u der zaligheid , endat van God. KOLOSSENZEN I : 23. Indien gy maar in V geloove hlyft gefondeert envaft ^ en niet beweegt en word van de hoope desEuangeliums^ dat gy gehoort hebt^ V welke gepre-dikt is onder alle kr e at uur en die onder den Hemel is:van het welk ikPaulus een dienaar geworden hen. i Timoth: VI: 20. O Timotheus^ bewaard het pand u toebetrouwt ^eenen afkeer hebbende van het ongodlyk ydel roepen^en van de tegenftellingen der valfelyk genaamde wee^tenfehap. 2 Timoth: I: goede pand dat [11] toebetrouwt ist bewaardd»or den HdligenGeeJi ^ die in ons *woond* D B 3f4 DeBYKORF De B O T. Vangen , is Ik Zfil tot den HEER E zeggen ; Myne myne burgt: myn God op welken ik vertrouwe. Wanthy zal u redden van denftrik des vogelvnngers : van dezeer verderfelyke pefiïkmel Pfalm aCI: a,3» Al D E s G E M o E D S. 5f f /Il is de Strik voor V Oog nietfnood»Zy haard u evenwel de dood. D, c Visman weet op zyn bedryf te letten,En vangt de Bot, intfnoervan zydenetten: De Helleman , zyn ziele netten ^ zyn,Niet alle lomp, van grove henn*p geweeven,Op dat hy ving het plompe en domme leven. Maar ook wel zacht, behendig, eel, en werd *er meen*g, in t achtbaar net gevangen ^Waar aan de Vin der fpitfe zin bly ft hangen, Dieshebbe elk op zyne vryheid niet, tot luft , die zin heeft in ons allen5In t looze net van zyn gefcheer te vallen, Maar dat hy zich voor t grove en fyne wat hem trekt, van onder God te buige


Size: 1602px × 1559px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, bookauthorluikenjan16491712, booksubjectemblems, bookyear1711