. Nederduytsche poëmata . danigheteyckenen van afgoderije, ende beelden, ftaande tot verdrietedenHuyf heere , doorpublijcke authoriteyt te worden afgenomen, endeuyt de geinelte plaatfen geweert. In welck voorfz. glas ftaande inde Kercke van de Kmyf-broeders de voorfz. Biffchop heeft laten fchil-deren Chriftiim , ende Mariam, ende hem felven wat lagher in hetmidden knielende , Chriftum aan den Kruyife hangende met eendoornen kroone op fijn hoofd , Mariam als in een Sonne met eenkroone op haar hoofd gelijck cenKoninghinne; byhet bloed , datuyt de fijde Chrifti tot aefen Biffchop fchijnt af te vl


. Nederduytsche poëmata . danigheteyckenen van afgoderije, ende beelden, ftaande tot verdrietedenHuyf heere , doorpublijcke authoriteyt te worden afgenomen, endeuyt de geinelte plaatfen geweert. In welck voorfz. glas ftaande inde Kercke van de Kmyf-broeders de voorfz. Biffchop heeft laten fchil-deren Chriftiim , ende Mariam, ende hem felven wat lagher in hetmidden knielende , Chriftum aan den Kruyife hangende met eendoornen kroone op fijn hoofd , Mariam als in een Sonne met eenkroone op haar hoofd gelijck cenKoninghinne; byhet bloed , datuyt de fijde Chrifti tot aefen Biffchop fchijnt af te vloeyen, ftaan defewoorden : Hic a fanguine yyorde id^ van t bloed gevoed. Nevens de melck, die uyt de borlt van Maria fchijnt te ftralen, ftaandcfc woorden; Hic 1? Hic ab ubcre lador* Hier Y0orde ichjnet de borjï gefooght. Nevens den BifTchop, die ten naaften by tuflchen beyden ftaat, ftaaadefe wooorden: Pofitusin medio^quö me vertam het midden ge/lek fijnde^m inmeet ic\ niet tot menich m keeren f al. Endeopdatuwe E. oockdeforme, ende geiblteiiiile vandie beeld als nac leven foude konnenfien, hebbe ickgoed ^e- C 2 daclit^ 10- , , . - dacht, voor den glienen die aldaar nieten (ïjngewéeft, de {cli3- derijc daar van oock aliiierb)f tévoüghen. ,.^ . ; ,-. _^ Waar op Paer Carolus Scrihanms Reótbr van de lefii-wijteiitot Antwerpen, onder den herftelden ^ende vermomden naamvan CUnts T^omrfcms y heeft onder andere in fijn jBö^c;^ gefchre-venter eeren van de lefu-Vptjten onder den tijtel van Het grooteïonneeld:r Ie%6-ï)pijtifcher EerVpeerdigheyd^ een Latijnfch priore gemaackt vol van grouwelijcke af-goderijen^ ende vertwijfelde^^^^jj^-^^fiiperftitien , heeft oock dit fijn ^r;»^» int byfbnder toe-geey-nepag 373 ghent de Lie-^ro^We vanHallej ende haar foogh-kind Jeftu^ het welcke hy in-voert nu op hare ermen te ffelen, nu fijns MoedersBorflen te nju>\len^WA ypederom leegb te maken^ ^c. al-hoe-wel hynochtans ten deele voor-heeft de befchrij vin


Size: 1611px × 1551px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1630, booksubjectemblems, bookyear1635