. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 48. — MALVACEAE. — 353 2. Althaéa ') L. H e e m s t. Vrucht rond, in hut midden neergedrukt, uit een groot aantal eenzadige vruchtjes samengesteld, die cirkelvormig om een centrale as zitten. Bloemen rood, rosé of lila, okseistandig. Bladen liandlobbig. Kruidachtige planten. Tabel tot het determineeren der soorten van het jjeslacht Althaea. A. Plant witviltig. Bladen oppervlakkit; handlobbip;. Stelen korter dan de bladen. Kelk- slippen tegen de vrucht liggend. Vruchten behaard. Bloemen roodachtig wit, vrij groot. A. oflQcinalis blz. 353. B. Plant lang


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 48. — MALVACEAE. — 353 2. Althaéa ') L. H e e m s t. Vrucht rond, in hut midden neergedrukt, uit een groot aantal eenzadige vruchtjes samengesteld, die cirkelvormig om een centrale as zitten. Bloemen rood, rosé of lila, okseistandig. Bladen liandlobbig. Kruidachtige planten. Tabel tot het determineeren der soorten van het jjeslacht Althaea. A. Plant witviltig. Bladen oppervlakkit; handlobbip;. Stelen korter dan de bladen. Kelk- slippen tegen de vrucht liggend. Vruchten behaard. Bloemen roodachtig wit, vrij groot. A. oflQcinalis blz. 353. B. Plant lang uitstaand behaard. Bovenste bladen 3-7-slippig, de lagere niervormig, ge- karteld. Stelen langer dan de bladen. Kelkslippen om de vrucht rechtopstaand. Vruchten onbehaard. Bloemen lila of bleekrose, weinig langer dan de kelk. A. hirsuta blz. 354. A. officinalis -) L. Heemst (fig. 426). Uit den dikken, witten, vleezigen wortel komen meest verscheiden recht- opstaande, ronde, witviltige, fluweelachtig zachte, onvertakte stengels. De bladen zijn aan weerskanten zachtviltig, eirond of langwerpig, de onderste hebben een hartvormigen voet en zijn spits, dan volgen ondui- delijk 5-lobbige bladen ook met hartvormigen voet, dan 5- en 3-lobbige, met wigvormigen voet en geheel boven vaak ongedeelde bladen. Alle bladen hebben een ongelijk getanden rand. De bloemen zitten in hoopjes in de bladoksels, op stelen, die korter zijn dan de bladstelen, zij zijn vrij groot, roodachtig wit. De bijkelkslippen zijn smal, lancetvormig, korter dan de kelk, de kelkslippen ovaal, toegespitst. De kroonbladen zijn 3 maal zoolang als de kelk, aan den top vlak uitgerand. De vruchten zijn viltig, met stompe randen, boven gewelfd (fig. 426). 6-12 dM. 2].. Juli—September. Biologische bijzonderheden. De viltige beharing der geheele plant belet, dat de huidmondjes door vocht gesloten worden, hetgeen dus in verband staat met den stand der plant op vochtige plaatsen. Wat de bestuiving betreft, is de bloem ho


Size: 1423px × 1756px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants