. Album der Natuur. DE DEENSCHE ZEEMONNIK. 179 felde men niet; men noemde die zelfs wel "zeemeermannen''; in de verhalen kwamen ze echter zelden voor en bleven de zeemeerminnen steeds op den voorgrond staan. Echter ving men wel eens zulk een wezen, en een van de weinige verhalen van zulk een vangst is inder- daad belangrijk, in de eerste plaats omdat het berust op een werkelijk waargenomene en goed geconstateerde gebeurtenis, en in de tweede plaats omdat het gelukt is die gebeurtenis min of meer bevredigend op te helderen. Ik bedoel het verhaal van den zoogenaamden zeemonnik, die in de Mg


. Album der Natuur. DE DEENSCHE ZEEMONNIK. 179 felde men niet; men noemde die zelfs wel "zeemeermannen''; in de verhalen kwamen ze echter zelden voor en bleven de zeemeerminnen steeds op den voorgrond staan. Echter ving men wel eens zulk een wezen, en een van de weinige verhalen van zulk een vangst is inder- daad belangrijk, in de eerste plaats omdat het berust op een werkelijk waargenomene en goed geconstateerde gebeurtenis, en in de tweede plaats omdat het gelukt is die gebeurtenis min of meer bevredigend op te helderen. Ik bedoel het verhaal van den zoogenaamden zeemonnik, die in de Mg. 1. 16e eeuw op de Deensche kust is ge- vangen. Het is natuurlijk dat wij om be- richten daaromtrent ons eerst tot de Denen wenden. En zoo vindt men dan ook in vedel's Kronijk der gebeurte- nissen onder christiaan iii en fre- derik ii op het jaar 1545 aangetee- kend: "Een wonderbare visch in mon- niksgedaante gevangen in de Sond; hij was vier ellen ; Vedel nu schreef in 1580 of daaromtrent, en daar, gelijk wij later zullen zien, die "wonderbare visch" in en buiten De- nemarken veel opzien verwekt had, zoo kan hij gemakkelijk menschen hebben gesproken, die zich het zee- monster nog herinnerden. Uitvoeriger spreken daarover aejld hwitfeld in zijne in 1595 uitgegeven kronijk, en stephanius in zijn vervolg op de kronijk van nikolaas keag. Uit de berichten dezer beide schrijvers te samengenomen blijkt, dat in 1550 (dus niet in 1545) zekere visschers een verwonderlijk dier in hunne netten vingen en op het strand brachten, waar het toen door een groot aantal menschen bezichtigd werd, terwijl men het later te Kopenhagen tot den Koning bracht, die het liet begraven, om geen stof te geven tot aanstootelijke praatjes. Die wonderbare vangst toch had plaats niet zeer lang na de Deensche kerkhervorming, — het dier geleek op een monnik, — en men weet hoe in die tijden ongewone verschijnselen bij eene bijgeloo-. De Zeemonnik, volgens Please note that these


Size: 1209px × 2066px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, boo, bookcollectionbiodiversity, bookleafnumber215