. De flora van Nederland. Plants. 350 COMPOSITAE. FAMILIE 109. Spoedig zij uiteen gaan wijken en onder een hoek van 40° a 50'' gaan staan, gaan zij elkaar kruisen, het stuifmeel komt bij de wrijving vrij en valt op het stempelweefsel. Ook raken de stijltakken wel de stempeloppervlakten van naburige bloemen en geven daaraan stuifmeel af. is dus in het begin alleen kruisbestuiving door insecten mogelijk, zoo volgt daarna spontane zelfbestuiving met zelf- en kruisbestuiving door insecten, terwijl eindelijk kruisbestuiving van naburige bloemen plaats heeft. Voorkomen in Europa en in Nederland. De


. De flora van Nederland. Plants. 350 COMPOSITAE. FAMILIE 109. Spoedig zij uiteen gaan wijken en onder een hoek van 40° a 50'' gaan staan, gaan zij elkaar kruisen, het stuifmeel komt bij de wrijving vrij en valt op het stempelweefsel. Ook raken de stijltakken wel de stempeloppervlakten van naburige bloemen en geven daaraan stuifmeel af. is dus in het begin alleen kruisbestuiving door insecten mogelijk, zoo volgt daarna spontane zelfbestuiving met zelf- en kruisbestuiving door insecten, terwijl eindelijk kruisbestuiving van naburige bloemen plaats heeft. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa aan waterkanten en op moerassige plaatsen op allerlei gronden voor en is bij ons algemeen. Zij is een bekend volksgeneesmiddel tegen malaria. Daartoe worden de bladen als thee getrokken, het aftreksel smaakt bitter. Volksnamen. De naam leverkruid wordt in Utrecht, de Duinstreek en op Walcheren gebruikt, in West-Friesland heet zij koninginnekruid, in Zuid- Limburg hommelskruid, op Schouwen en Tholen jeneverbloem en jeneverkruid. 2. Solidago ^) L. G u 1 d e n r o e d e. Straalbloemen lintvormig, weinig talrijk (5-10), vrouwelijk, in een rij staand, zoowel als de schijfbloemen meest goudgeel. Omwindselbladen in meer rijen. Algemeene bloembodem met groeven. Vruchten aan weers- zijden versmald. Hoofdjes tamelijk klein. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht Solidago. A. Hoofdjes in rechtopstaande, niet naar eene zijde gekeerde trossen. S. Virga aurea blz. 350. B. Hoofdjes (vrij wat kleiner) in wijd afstaande, aan den top vaak teruggebogen, naar eene zijde gekeerde trossen, die aan den top van den stengel meest pluimvormig opeen- gehoopt zijn. Stengel kort behaard. Bladen 3-nervig, langwerpig-lancelvormig tot lancetvormig S. cauatlensis blz. 351. S. Virga auréa -) L. Gulden roede (fig. 424). Deze plant is kaal of iets behaard. Zij heeft een korten wortelstok, waaruit een rechtopstaande, naar boven meest vertakte, los bebladerde stengel


Size: 1445px × 1730px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants