. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . Van onder t water word gehevenEen {lof, om vuur en vlam te geeven , Tot nut en tegenweer der kouw:Zo moeft de mens materi villenVan onder s levens kommernillèn,Tot vreugd, die eeuwig gloriën zouw. SpreüJ 150 Spiegel, van het Spreuken III: 13,14. Welgelukzalig is de mens [die] wysheidvindjen de mens [die] verftandigheid voortbrengt. Want hun koophandel is beter dan de koop-handel van zilver; en hun inkomft dan het uitge-graavcn goud. Maleachi II


. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . Van onder t water word gehevenEen {lof, om vuur en vlam te geeven , Tot nut en tegenweer der kouw:Zo moeft de mens materi villenVan onder s levens kommernillèn,Tot vreugd, die eeuwig gloriën zouw. SpreüJ 150 Spiegel, van het Spreuken III: 13,14. Welgelukzalig is de mens [die] wysheidvindjen de mens [die] verftandigheid voortbrengt. Want hun koophandel is beter dan de koop-handel van zilver; en hun inkomft dan het uitge-graavcn goud. Maleachi III: 1,3. Maar wie zal den dag zy ner toekomfl: verdraa*en ? en wie zal beftaan als hy verfchynt ? wanty zal zyn als het vuur eenes goudfmits, en alsZeep der vollers. En hy zal zitten, louterende, en het zilver rei-nigende , en hy zal de kinderen Levi reinigen, enhy zalze doorlouteren als goud, en als zilver: danzullen zy den Heerë fpysofrer toebrengen ingerechtigheid. Hoe in: Menselyk Bedryf. ifiDe hoog van waarde, t Is ftof der Al ligt het diep verdekt voor de oogeiï , Noch zoekt de menfelyke vlyt:Zouw welbedachtheid dan niet poogen, In deezen berg der zichtbaarheid,Te graaven naar t onzichtbaar wezen,i Een goud, en zilver, nooit volpreezen! MaR4 / ifz Spiegel van het Markus XII: 15,16,17. li n hy , weetende hunne geveinsdheid, zeidetot hen, Wat verzoekt gy my ? brengt myeenenpenning , dat ik [hem] zie. En zy bragten feenen.] En hy zeide tot hen,Wiens is dit beeld, en het opfchrift ? en zy zeidentot hem, Des keizers. En Jezus antwoordende zeide tot hen, Geeftdan den keizer dat des keizers is,en Gode dat Godesis. En zy verwonderden zich over hem. I Timotheus VI: 6,7,8,9,10. Doch de godzaligheid is een groot gewin metvergenoeging. Want wy hebben niets in de wereld gebragt,het is openbaar dat wy ook niet konnen iet daaruit draagen. Maar als wy voedfel en dekfel hebben, wy zul-len daar mede vergenoegd zyn. Doch die ryk willen worden, vallen in verzoe-kin


Size: 1564px × 1598px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookauthorluikencaspar16721708, bookauthorluikenjan16491712