. De flora van Nederland. Plants. FAMILIB 82. - ERICACEAE. â 17 Gelderland van kroosjesbes, krootbessen, roode bleeken en vossenbes (de laatste naam wordt ook op de Veluwe gebruikt). V. intermedium'j Ruthe. Middelste boschbes. Deze tiisscheiivorm tusschen V. Myrtillus en V. Vitis idaea gelijkt het meest op laatst- genoemde, doch onderscheidt er zich van door de breedcre, ineer licht{,'roene, duidelijk gekartelde bladen , door de meer rondachtige bloemen en door den bloemstand. De bloe- men staan zoowel alleen in de oksels der bladen als in een armbloemic, eindelingsch trosje. Van V. Myrti
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIB 82. - ERICACEAE. â 17 Gelderland van kroosjesbes, krootbessen, roode bleeken en vossenbes (de laatste naam wordt ook op de Veluwe gebruikt). V. intermedium'j Ruthe. Middelste boschbes. Deze tiisscheiivorm tusschen V. Myrtillus en V. Vitis idaea gelijkt het meest op laatst- genoemde, doch onderscheidt er zich van door de breedcre, ineer licht{,'roene, duidelijk gekartelde bladen , door de meer rondachtige bloemen en door den bloemstand. De bloe- men staan zoowel alleen in de oksels der bladen als in een armbloemic, eindelingsch trosje. Van V. Myrtillus is de plant m den winter dadelijk te onderscheiden, doordat een aantal bladen groen overblijven, i^ Tot 25 cM. MeiâJuli. Voorkomen. De plant is in ons land bij Apeldoorn (Asselt) tusschen de stamouders ge- vonden. V. Oxycóccus-) L (Oxycóccus palijstris-) Pers.). Veenbes (fig. 18). Deze plant heeft vertakte, zeer dunne, draadvormige stengels, die tusschen het veenmos kruipen, met opstijgende of rechtopstaande, los bebladerde takken. De jonge takjes zijn kort behaard. De bladen zijn zeer klein (5-7 mM lang, 2-4 mM breed), blijvend, eirond tot langwerpig, spits, gaafrandig met naar binnen omgerolde randen, van boven groen en glanzend, van onderen grijs- of blauwgroen, vaak witachtig. De bloemen zitten meest aan het einde van â¬en tak, die het vorig jaar ontstaan is en die zich zeldzaam over de bloeiwijze heen verlengt, op, met 2 schutbladen voorziene, zacht behaarde, donkerroode stelen, knikkend. De kelkzoom is 4-deelig, met ronde, eerst groenroode, later purperroode slippen. De bloemkroon is rosé, vaccinium oxycóccus stervormig met 4 langwerpige, omgerolde slip- Fig. is. pen (fig. 18). De 8 meeldraden zijn bruin, zij hebben aan den rand gewim- perde helmdraden en helmknopjes zonder naaldvormige uitsteeksels. De vrucht is bolrond (8-10 mM). rood, zeer zelden wit, ten slotte zwartachtig, zuur, met eironde zaden, h 1,5-3 diW. A\ei, Juni. Biologische bijzonderhed
Size: 1382px × 1807px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants
