. De flora van Nederland. Plants. Ajuga genevensis Fig. 306. lichiiard. De vvortolliladen staan meest rechtop, zijn laii{,'vverpiK'-elliptiscli of bijna spatel- vormig, ^fkarteld, lanj,'j,'esteeki en zijn meest tijdens den bloeitijd niet meer aanvvezij,'. De onderste stenj,'elbiadeii zijn ,'werpi}f, wi^vormiK' in den steel versmald of zittend, staan vrij ver uiteen, de bovenste bladen zijn onjiestecld , korter, brceder, inj^esneden gekarteld en tjaan geleidelijk in de schutbladen over, waarvan de middelste meer of minder spits, 3-lobbiR zijn, terwijl de bovenste niet zoo ianj^ zijn als de
. De flora van Nederland. Plants. Ajuga genevensis Fig. 306. lichiiard. De vvortolliladen staan meest rechtop, zijn laii{,'vverpiK'-elliptiscli of bijna spatel- vormig, ^fkarteld, lanj,'j,'esteeki en zijn meest tijdens den bloeitijd niet meer aanvvezij,'. De onderste stenj,'elbiadeii zijn ,'werpi}f, wi^vormiK' in den steel versmald of zittend, staan vrij ver uiteen, de bovenste bladen zijn onjiestecld , korter, brceder, inj^esneden gekarteld en tjaan geleidelijk in de schutbladen over, waarvan de middelste meer of minder spits, 3-lobbiR zijn, terwijl de bovenste niet zoo ianj^ zijn als de bloemen. De bloemen vormen een , vrij losse schijnaar, die aan den voet afgebroken is. De schutbladen zijn soms blauw- achtig. De kelk (fit;. 306) is behaard en is tot over het mid- den gesplitst in 5 tamelijk gelijke, lancetvormige tanden. die langer dan de buis zijn. De bloemkroon is blauw, soms rosé, zelden roodachtig lila of wit. Zij heeft een korte, stompe, 2-lobbige boven- en een breede, drielobbigc onder- lip, waarvan de middenlob het grootst en omgekeerd hart- vormig is, terwijl de zijlobben smal en stomp zijn en afstaan. De vruchtjes zijn eirond, met iets scheef afgeknotten voet, bruin, met netachtige groefjes. 5-30 cM. ^. Mei, Juni, vaak weer in Augustus—October. De herfstvormen dezer plant zijn vaak minder lang behaard en herinneren door de aan- wezige wortelbladen en den pyramidalen groei aan A. pyramidaiis, zijn echter door de opgegeven kenmerken steeds te onderscheiden. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op droge plaatsen vooral op kalkgrond in geheel Europa voor, doch is bij ons alleen bij Sittard en Gronsveld gevonden. A. pyramidaiis •) L. Pyramide-zenegroen (fig. 307). Deze soort heeft geen geur en is meest kortbehaard. De wortelstok heeft geen uitloopers, de stengel is stijf rechtopstaand, onvertakt, rondom behaard. De wortelbladen vormen een roset, zijn tegen den bodem aangedrukt, ovaal of omgekeerd eirond, gekarteld of gaaf- randi
Size: 1426px × 1753px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants