. De godlievende ziel . den naem van Myftiken geven, maerik zegge dat men onderfcheit moetmaken tuffchen Myftiken. die metgoede redeneringen de vereenigingder ziele met Godt uitdrukken,. alzyn de woorden by wylen wat in-gewlkkelt, en anderen , die doorzwakheit van verftant het rechtefpoor des inwendigen Godtsdienftsniet wel bewandelen. Wie zou,billykerwyzeveleOudvaders en ver-vol- Aen den vele wakkere mannen, wil-len gelyk ftellen met anderen die opherfenichimmen beluft zyn en zichdaer door laten leiden. Daer valthier, gelyk overal, onderfcheit tetnaken. t Is zekerder dan zeker d


. De godlievende ziel . den naem van Myftiken geven, maerik zegge dat men onderfcheit moetmaken tuffchen Myftiken. die metgoede redeneringen de vereenigingder ziele met Godt uitdrukken,. alzyn de woorden by wylen wat in-gewlkkelt, en anderen , die doorzwakheit van verftant het rechtefpoor des inwendigen Godtsdienftsniet wel bewandelen. Wie zou,billykerwyzeveleOudvaders en ver-vol- Aen den vele wakkere mannen, wil-len gelyk ftellen met anderen die opherfenichimmen beluft zyn en zichdaer door laten leiden. Daer valthier, gelyk overal, onderfcheit tetnaken. t Is zekerder dan zeker dat de wa-re Godsdienft beftaet tuffchen Godten onze ziel, en dat is iets t geende weerelt niet kent en daerom be-fpot. Men wil al naer het uiterly-ke en dus begrypt men het inwen-dige niet: De ziel moeft Godt inzich zoeken en dan zou zy zich inGod vinden. Dat de Geeft der genade, u t God-lievende Lezer, beziele, geleide,fterke, troofte, en zyne gaven mil-delyk in u ftorte, is myne ootmoe-dige bede. Amen. DE na ae tccttv. tUtrecht byHERM: enJohan: Besseling. D E ZINNEBEELDEN DER GODGEWYDE ZIELZUCHTEN VANHERMAN HUG O, MET DIGTKUNSTIGE VERKLARINGEN « A N J. SUDERMAN. INLEIDING. E Erft wordt de ziel van Godt geraekt:Zy voelt, enzooveelmooglyk, flaekt; banden die de weerek breiddehaer ten afgront meê worftelt zy veel worftelingEer zy zichzelve heel zich wakker te verjdoeken,vordert meer en meer in t zoeken,rot dat zy, na veel fmerten, vindcriem dien zy teederlyk bemint,ler op dien trooft volgt weer • blyft getrouw, niets kan haar batenNogh fchaden, t geen haer Lief niet is«,Daer ryft uit deze duifternisn lelie een Licht, dat. zyne dralen;t Goddelyken glans doet pralenin ongefchapen luifter fpreit/an Godts onzichtbre zy wegh, als heel gelenigtmet haer Bruidegom vereenigt,Dien zy, zelfs in verlating, mint.} Liefde die het al verwint! AEN- AENMOEDIGING, WEI aen die op Godts min beluftGrae^h daerdfche luften had geblafchtt Hart


Size: 1287px × 1942px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthordukeuniversitylibrarygilbertcollection, booksubjectem