. Het masker van de werelt afgetrocken . men ? Ick hebbe t principaelijk,ende met reden, tegen een deel caele Pluggen, dieevenw;el de Joncker maecken, en tegen fommighevuy 1 vodden, die uyt een quade meyninge tot fchan-daelenvalvandandere , hun felven niet als gaenveylen ende fchoon voor doen om jemant te bedrie-gen. Ick fegge dan: ENmaer het met wel tijdt dat Momusfou verrijjen ,Om teder een van ons fijn feilen aen te wijden,Rn douwen met den neus gelijk hetjf reek-w oortfeyt^Ons in onsJJim bedrijft en in de vuyhgheyt;^7 en is niet meer van nood dat hyfalaen de rnenfchen :O ft venfters by het
. Het masker van de werelt afgetrocken . men ? Ick hebbe t principaelijk,ende met reden, tegen een deel caele Pluggen, dieevenw;el de Joncker maecken, en tegen fommighevuy 1 vodden, die uyt een quade meyninge tot fchan-daelenvalvandandere , hun felven niet als gaenveylen ende fchoon voor doen om jemant te bedrie-gen. Ick fegge dan: ENmaer het met wel tijdt dat Momusfou verrijjen ,Om teder een van ons fijn feilen aen te wijden,Rn douwen met den neus gelijk hetjf reek-w oortfeyt^Ons in onsJJim bedrijft en in de vuyhgheyt;^7 en is niet meer van nood dat hyfalaen de rnenfchen :O ft venfters by het hert, oft^lafen moeten wenfchen:O ft dat hy op V Comptoir, oft in V Salettegaet,Hy vindt al werckgenoegh tot Brujjel op de [ dunckt de keyenfelfs, datfe maer kojipifpreken^Sy klaeghden over luydt, en tuygden ons gebreken:Syfien V den heelen dag^maer wat* er* snachts gefchietDat weet een ander oogh die alle dingenfiet. Dat 44 Het Masker pat Mopius in de muntgin^futen voor de tralje, Qft hy daer ontrent ging ligghen op een k^lje*. Watfou hy doch alfien ? hy keechfijnfehtnfuf^MetaldatmewuJ fatjoen \^metdefè Hoffihefnuf i^ ■:En als hyH hadd*gejien, hoefou hem dat bevallenl * i^lek ken der al een de e l, daer viel wat op te [mallen^Die hebbenH hierfoo breet^ en fhuys eylaeslfoo nqmv^.Men vindt*er qualijckpot, oft ketel in defchauw ^ \\Wilt^y eenftraeltjenfien van deêsgewijje klachten ? ;lek u\ blijft watftaen^wyfpdlen hier wat wachten^Sy moeten hier voor-by, i-en konnen V niet ontgaen ;De koetfenfijn daer af ey Jiet hetfpeeltjen aen. Terwijl üen\tour pafjeertfoo moet g^ op e enen letten,Piefchijnt wel wat te fijn en heeft niet by tefetten,Hyfit daer in t portel ^fiet daer, daer is den Ga ft ,,Die, als hy eens boneeurt; welfeven dagen dat moet zijn , waerjou hy*t anders haelen ^M^ant dees gehaerde Koets moe-t hy daer med betaelen,Den knegt die achter loopt^en draegt MonfieursfweertDie h(^ejt hv noch voor nietgeleent van fijnen weert. Maer vandeWereldt
Size: 1711px × 1460px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorpoirtersadrien16051674, bookcentury170, bookdecade1710