. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. oemen met cirkelvormige middens. Om de vogelfiguur: vlinders met gespreide vleugels, als in één richting rondfladderend om den vogel. 2. Dalima wantahlatar wantah =de granaatappel (Pu-nica granatum L, be-hoorende tot de Ly-thraceae). Op wit veld grootedalima-bloemen, ge-combineerd met an-dere en daar de ondui-delijke afbeelding vaneen kapel. 3. Traté latarireng. Traté, of taraté =waterlelie of lotos metroode bloemen (Ne-lumbium speciosumWilld, behoorende totde familie der Nym-phaeaceae). Vreemd-soortige blo


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. oemen met cirkelvormige middens. Om de vogelfiguur: vlinders met gespreide vleugels, als in één richting rondfladderend om den vogel. 2. Dalima wantahlatar wantah =de granaatappel (Pu-nica granatum L, be-hoorende tot de Ly-thraceae). Op wit veld grootedalima-bloemen, ge-combineerd met an-dere en daar de ondui-delijke afbeelding vaneen kapel. 3. Traté latarireng. Traté, of taraté =waterlelie of lotos metroode bloemen (Ne-lumbium speciosumWilld, behoorende totde familie der Nym-phaeaceae). Vreemd-soortige bloem-orna-menten met rechthoe-kige, witbestippeldemiddens. Overigens nog andere bloemmotieven, en afbeeldingen van vliegende vogels daartusschen. 4. Tjokrak tjakrik latar ir eng. Tjokrak tjakrik = de naam van een boom (Melia-soort met fijne lila bloempjes). Veelalwordt tjikrak tjikrik of tjikra tjikri gezegd. Vogelfiguren in het midden, en daaromheen ranken met anjeliervormige bloemen, tuilvormigebloemen, knoppen, enz. 5. Loengétjé latar irë Fig. 268. Tloeki (no. 1 op blz. 188). (J) Er zijn verschillende tot deze rubriek gebrachte patronen, welker namen ook als afzonderlijke bloem- enblad-motieven bekend zijn. Het combineeren met dierfiguren is dikwijls enkel uit de fantaisie der Loeng -— blad, rank, enz.; étjé is de naam van een kleine, ronde mossel (ook naam van eendubbeltje). Hier dus: ranken met bloemen als de étj é, op donker fond. Uit het midden, dat gevormd wordt door twee bloembladeren, loopen ranken uit met driehoe-kige bladeren en kleine, witte bloempjes, die voorgesteld zijn door cirkeltjes. Tusschen dezeranken zijn draakachtige vogelafbeeldingen geplaatst. 6. Loeng dinar latar irëng. L o e n g = blad, rank, enz. D i n a r = een goudstuk, ter waarde van een dukaat. Dus: rankenmet bloemen als din ar s. Twee vogelfiguren, tegen elkaar in vliegend. Boven deze figuren de afbeelding van een vlie-gende kapel met den kop naar bo


Size: 1605px × 1556px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912