. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. VAN Y een nutte weten te maken. Van harde of Coraalachtige Zee- gewassen wift myn berichterte zeggen, dat enigen van dezelven op de gronden gevonden wierden; doch konde hen niet noe- men of befchryven , nadien hy , volgens zyne eigen belyde- nis, 'er nooit naar gezien had. Ten minden zal aldaar een zoort van Port cermni Imperati p. 630 gevonden worden, 't geen men op de rotzachtige zeebanken


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Tot nut der wetenschappen en den Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics. VAN Y een nutte weten te maken. Van harde of Coraalachtige Zee- gewassen wift myn berichterte zeggen, dat enigen van dezelven op de gronden gevonden wierden; doch konde hen niet noe- men of befchryven , nadien hy , volgens zyne eigen belyde- nis, 'er nooit naar gezien had. Ten minden zal aldaar een zoort van Port cermni Imperati p. 630 gevonden worden, 't geen men op de rotzachtige zeebanken van de niet verre van daar leggende hitlandfche eilanden overvloedig vind, en in myne verzameling Madrepora ereftior punttata & ramofa, cornua cervina cemnlans heet. g. XXV. Wilde Dieren, zo edele of eetbare , als on- Gene edele of roofdieren, ziet men hier niet, vermoedelyk, vermits J»^ dit eiland van alle kanten zeer verre van het vafte land afgele- gen is. Beren komen zomtyds in het voorjaar, als de wind 'er naar is , uit Groenland met de losgaande ysvelden aan de noordkuft aandryven ; doch men is gewoon, ontrent dien tyd 'er tegens te waken , en, zodra men flegts één befpeurt , met opontboden manfehap 'er op los te gaan, en niet te rus- ten, voor men dezelve gevelt heeft; vermits die gevaarlyke dieren welhaaft in de onbeklimbare gebergtens vermeerderen, en zo wel onder de verftrooide en onbefchut wonende boeren, als de in het wild lopende fchapen enz. veel fchade veroorza- ken zouden. §. XXVI. Op die wyze moeten de Vossen van elders al-Behaiveo daar ingeflopen zyn, die zich overal by hopen op het eiland Voflen. bevinden. Dezen zyn hier nooit rood, maar weinigen van de- zelven zwart, en de overigen doorgaans in den zomer blaauw- graau , en in den winter wit. Hunne vellen vallen in den winter, als zy het meefte en vaftfte hair hebben, het beft; weshalven de Yflanders dezelve dan naarflig vangen , en wel, uit aangebore affchuuwvan fchietgeweer, met uitgezette net- ten


Size: 2983px × 838px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksub, booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory