. De flora van Nederland. Plants. FAA\; 17. CYPERACEAE. — 423. Scirpus setaceus Fig. 353. De bloeinstenj^els zijn rolroiid , dun, gestreept, rechtopstaand of opstijgend en draden meer dan een aartje. De onderste bladen hebben een purper- kleurii,fe sclieede, de hoogere ook een duidelijk bladachtige schijf. De aartjes zijn zittend, veelbloeniig en vormen samen , ten getale van 1-10 (meest 2) een hoofdjes- achtig ineengedrongen speer, die schijnbaar zijde- lings staat, doch werkelijk in den oksel van een schutblad, dat den stengel schijnbaar voortzet. Dit schutblad is half zoolang, soms ve


. De flora van Nederland. Plants. FAA\; 17. CYPERACEAE. — 423. Scirpus setaceus Fig. 353. De bloeinstenj^els zijn rolroiid , dun, gestreept, rechtopstaand of opstijgend en draden meer dan een aartje. De onderste bladen hebben een purper- kleurii,fe sclieede, de hoogere ook een duidelijk bladachtige schijf. De aartjes zijn zittend, veelbloeniig en vormen samen , ten getale van 1-10 (meest 2) een hoofdjes- achtig ineengedrongen speer, die schijnbaar zijde- lings staat, doch werkelijk in den oksel van een schutblad, dat den stengel schijnbaar voortzet. Dit schutblad is half zoolang, soms veel korter dan de bloemstengel, meest 2-3 maal zoo lang als de speer, ten slotte gekromd en afstaand. De aartjes zijn langwerpjg-eirond, klein (hoogstens 3 mM). De kafjes (fig. 353) zijn overlangs gegroefd, gekield, niet uitgerand. stekeipuntig. klein, langvverpig- eirond, donkerpurper, met vaak zeerbreede, groene middenstreep, zeldzamer geheel groen en zijn minstens dubbel zoolang als de vrucht. De bloemdekborstels ontbreken meest. Meeldraden zijn er 2, zelden 1. De vrucht (fig. 353) is rondachtig-omgekeerd eirond, samengedrukt driekantig, nauwelijks 1 mM lang, scherp overlangs geribd, zwak dwars gestreept, grijsbruin met een opgezette stekelpunt. 4- 2-30 cM. Juni—Herfst. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op vochtigen zandbodem, aan slooten en oevers, vaak met de er in uiterlijk mee overeenkomende Juncus capitatus voor. Zij is bij ons vrij algemeen. S. lacüstris') L. Mattenbies (fig. 354i. Deze plant is gras- of geelachtig groen en heeft een krachtigen, kruipenden wortelstok. De stengel is meest tot meer dan 1,5 cM dik, rolrond, rechtopstaand of iets overgebogen, zel- den overhangend en draagt meer dan een aartje. De onderste bladen hebben een bruine, vaak pur- perkleurig aangeloopen scheede, bij de hoogere is zij groen en alleen de bovenste hebben een tot 1,5 dM lange, smalle en gootvormige blad- schijf. De aartjes vormen een speer, die t


Size: 1374px × 1818px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants