. Sinryke fabulen : verklaart en toegepast tot alderley zeede-lessen, dienstig om waargenoomen te werden in het menschelijke en burgerlijke leeven . nog heeden in onfen Lande vecle dicrgeli|ke Heersfugtige^GeldgurUge Boüswigten, als ook foodaanige onvoorfigtige Menfchen zijn,ofte onlangs geweeft zijn j maar foude het fclven al te veel aan-ftoots geeven: om dat de allerhoojle en Je te gelijk de alUrmagtigncMenfchen decfcs Aardboodems > fig in die Exemfelcv geraakt en-de gemeend te zijn, fouden vermoeden, ende mitsdien geuillè-lik op den uitlegger deefcr F abule n fwaare fiagen fouden doenval


. Sinryke fabulen : verklaart en toegepast tot alderley zeede-lessen, dienstig om waargenoomen te werden in het menschelijke en burgerlijke leeven . nog heeden in onfen Lande vecle dicrgeli|ke Heersfugtige^GeldgurUge Boüswigten, als ook foodaanige onvoorfigtige Menfchen zijn,ofte onlangs geweeft zijn j maar foude het fclven al te veel aan-ftoots geeven: om dat de allerhoojle en Je te gelijk de alUrmagtigncMenfchen decfcs Aardboodems > fig in die Exemfelcv geraakt en-de gemeend te zijn, fouden vermoeden, ende mitsdien geuillè-lik op den uitlegger deefcr F abule n fwaare fiagen fouden doenvallen. Sulks het ons genoug fal weefen, nu te moogcn fcggcn, ihtde cigendlijkc findeefer F abule is, ons xe heren, dat altijds,ende in alle Landen, diergclijkc ondankbaare boos-aardigei\iei>fchcn, ^\s dceic Slang, ende ook dicrgclijke goed-aardige, dogonwcctende ende des Staats-onkondige Menfchen, als dcefe Boerende Bacrin was, gevonden werden. Hef De I^rokoditlen ende de K^ninxjens. 147 ■ --*-- -<*- ^r-- <*Si. -^- -^ir-- -^ *r-- -^ «^ «^ <^ -^ ^ ^ <^ ^ ^ i^^^ //(^/ zjnjlerh beenen die weelde draaoen konnen, (3. SecuTtJie res Japtenüan antmos /iu^aittr. 61. De Krokodillen ende de K^ningjens, DE Krokodillen ooverdenkende, dac fy tot het faajenende maajen,gelijk meede tot alle Handwerken on-bequaam waaren, ende dat fy daar en booven weegenshaare groote lighaamen, feer veel voedfels noodig had- X X a den, 34? De Ksokodillen ende de K^nmgjens. den, ende dat fy het vereifte voedfel uit ende in haareigen felfs niet verfchafFen konden ; beme, ktcn daar enteegen, dat fy feer bequaam waaren om ten waatere en-de ten lande veel voedlels op andere leevendige fchep-felen te bejaagen. Weshalven fy ook goed vonden ^niet verre van der See, aan de aller-vermaardde Stroomdes ouden IVeereids, naamelik de Np ^ fig te onthou-den •, ten einde fy op de uit der See naar booven klim-mende, als ook op de van boven naar beneeden daalen-de riffeiiy fouden konnen aafen, ende daar b


Size: 1796px × 1391px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcourt, bookdecade1680, booksubjectemblems, bookyear1685