. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . p dat fy t vruchte-draagen leeren ,Gebalilemt door de Sonnefchyn,Op dat de Meefter daar van eete,Enu genaadiglyk befchouvvt,En voors bereegent en bedouwt,ïn fyn behaagen onvergeeten : Dan krygt gy een hoogwaarde prys,Zoo groen en fchoon aan alle kanten,Den Hoovenier zal u verplanten,Van hier in t zaalig Paradys: der LIEFDE J E S


. Voncken der liefde Jesu, van het Godt-begerende zielen-vuur : zynde bloemetjes der saalige hoope, tot verheugelykheid der wandelaars, langs den weg, na vreeden-ryk : een behelsinge van vyftig sinne-beelden, met hunne, daar op speelende, verssen, en heylige spreuken . p dat fy t vruchte-draagen leeren ,Gebalilemt door de Sonnefchyn,Op dat de Meefter daar van eete,Enu genaadiglyk befchouvvt,En voors bereegent en bedouwt,ïn fyn behaagen onvergeeten : Dan krygt gy een hoogwaarde prys,Zoo groen en fchoon aan alle kanten,Den Hoovenier zal u verplanten,Van hier in t zaalig Paradys: der LIEFDE J E S U. 185 Daar zult gy onophoudlyk groeyen, En weefen, als een fchoone boom, . Geplant aan eenen waaterftroóm,En eeuwig jong en jeugdig bloeyen; Godts Aanfigt zal uw Sonne zyn ,Synwaatergeeft, uw douw en reegen,Beneevens alle heyl en fee gen, Van heemels goed en heylig zult een fchat van vruchten baaren, DenMeefter van het eeuwig hof, Tot roem, enprys, en eer en lof,En vreugd van alle heemel-fchaaren. Heylig Antwoord; De menfebe en %al niet bevejligt worden door godtlootheyd:maar de wortel der rechtvaerdigen en %al niet beweegtworden. Prov. 12. vers ^.Maar de wortel der reebtvaerdige%al uytgeeven, vers iz M 5 cis i$6 V O N C K E N XLIIII. c Isgevaarlyk!. Dte om uit %oogrootm dood verlof* beeft, ende [noch}verlojïx op welke wy hoof en , dat hy [ons] oo\ nochver/oJJen$al. z Corinth, i. vers 10. Ooi der LIEFDE ] E S U- x*7 Ook^ doe wy dood. waar en door de misdaaden y heeft [ons] leevendig gemaakt met Chrifto: (uyt genaade zyt gy faaltg geworden.) Eph. 2. vers f. J^an gejongen worden op, O Saahg beylig Betblebem wandelde op der Hellen mond,Gelyk een blinde, fpnder fchricken, Terwyl fyn kaaken oopen ftond,Om t ftortend leeven in te flicken. De domme diermens ging geruft,De geeft vermaakten fich met droomen, Zoo vaft in flaap van ydle luft;O naare ftant, om voor te fchroomen! Zoo reyd, en Reyfer, wyl hy flaapt 5Opt Dier langs fteyle , fmalle weegen, Daar onder hem een a


Size: 1398px × 1786px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1690, booksubjectemblems, booksubjectmysticism, bookyea