. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. 449 het stuifmeel der rechts hijgende bloem van de tweede rij gedrukt en de hnksclie tegen dat in de Unksche bloem, zoodat beide bestoven worden. Terwijl de bloenihooldjes over dag rechtopstaan, zijn zij des nachts door buiging der stelen naar beneden gekeerd. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht TragopoRon. A. Stelen der hoofdjes naar boven knotsvormig verdikt, hol. Omwindsel even lang als of langer dan de bloemen. Oppervlakte van het bloeiende hoofdje vlak. Randstandige vruchten met kleine knobbels, langer dan de


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. 449 het stuifmeel der rechts hijgende bloem van de tweede rij gedrukt en de hnksclie tegen dat in de Unksche bloem, zoodat beide bestoven worden. Terwijl de bloenihooldjes over dag rechtopstaan, zijn zij des nachts door buiging der stelen naar beneden gekeerd. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht TragopoRon. A. Stelen der hoofdjes naar boven knotsvormig verdikt, hol. Omwindsel even lang als of langer dan de bloemen. Oppervlakte van het bloeiende hoofdje vlak. Randstandige vruchten met kleine knobbels, langer dan de snavel .... T. porrii'olius blz. 449. B. Stelen der hoofdjes even dik blijvend, alleen onder het hoofdje iels verdikt. Omwind- selbladen even lang als de bloemen. Vrucht met kleine knobbels, de randstandige even lang als of langer dan de draadvormige snavel T. prateusis blz. 450. Volksnamen. De naam boksbaard is algemeen in gebruik, in Salland spreekt men van zoete kannetjes. T. porrifólius') L. Wilde schorseneer (tig. 568). Deze plant heeft een vleezigen, spilvormigen wortel en een rechtopstaanden, kalen, al of niet vertakten stengel. De bladen zijn lijn-lancetvormig, rechtopstaand, half stengelom- vattend. De bloemhoofdjes staan op stelen, die onder het hoofdje geleidelijk verdikt zijn. Het omwindsel bestaat uit 8 blaadjes, die in den bloeitijd terug- geslagen zijn en even lang als of langer zijn dan de bloemen. De oppervlakte van het bloeiende hoofdje is vlak. De bloemkronen zijn violet. De randstandige vruchten zijn kleinknobbelig, in den naar boven gladden snavel plotseling toegespitst. Deze is langer dan de vrucht (fig. 568). De mid- delste vruchten zijn glad. 6-12 dM. 00. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant groeit in Zuid-Europa, doch zij wordt om den eetbaren wortel gekweekt en is bij ons langs wegen en akkerkanten, echter vrij zeldzaam, verwilderd. Volksnaam. Op Walcheren heet de plant wilde schorseneer. T. pratènsis-) L. Gele morgenster (fig. 5


Size: 1384px × 1806px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants