. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. â 453. Taraxacum officinale Fig. 574. de buitenste Het hoofdje is ^'roGt met vele rijen van bloemen. Het omwindsel is langwerpig-klokvormi^', de buitenste bladen er van zijn korter en vormen, doordat zij omgeslagen zijn, een buitenomwindsel. De algemeene bloembodem is naakt. De bloemkronen zijn licht- of goudgeel, de buitenste zijn van onderen vaak blauwgrijs gestreept. De vruchten (fig. 574) zijn lijnvormig-langwerpig, iets samengedrukt, cylindrisch, licht grijsbruin, naar boven breeder, geribd, langge- snaveld. De ribben der buitenst
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. â 453. Taraxacum officinale Fig. 574. de buitenste Het hoofdje is ^'roGt met vele rijen van bloemen. Het omwindsel is langwerpig-klokvormi^', de buitenste bladen er van zijn korter en vormen, doordat zij omgeslagen zijn, een buitenomwindsel. De algemeene bloembodem is naakt. De bloemkronen zijn licht- of goudgeel, de buitenste zijn van onderen vaak blauwgrijs gestreept. De vruchten (fig. 574) zijn lijnvormig-langwerpig, iets samengedrukt, cylindrisch, licht grijsbruin, naar boven breeder, geribd, langge- snaveld. De ribben der buitenste vruchten zijn van den voet af knobbelig-rimpelig, die der binnenste zijn aan den voet glad. Het witte deel van den snavel is langer dan de vrucht met het gekleurde deel van den snavel er bij. De haarkroon bestaat uit witte, onver- takte haren, die in vele rijen staan. 2,5-30 cM. 4- AprilâHerfst. Vormen zijn: genuinum ') Koch. Omwindselbladen alle lijnvormig, naar beneden gebogen. .5. glaiicéscens'-) Rchb. Plant vaak blauwgroen. Buitenste omwindsel- bladen horizontaal afstaand, lancetvormig of, als de binnenste, lijnvormig. Groeit op droge plaatsen. b. corniculatam â 'â¢) D. C. Binnenste omv\indselbladen onder den top met een hoorntje of een aanzwelling. y. laevigdtum ^) D. C. Buitenste omwindselbladen eirond, afstaand. Groeit op droge plaatsen. o. palüdósum') Crép. Plant meest blauwgroen, vaak van onderen roodachtig. Buitenste omwindselbladen eirond, aangedrukt. a. palüsire'') Binnenste omwindselbladen ongehoornd. Groeit in zure weiden en op natte, zilte gronden. 1. eréctum') Koch. Bladen bochtig vinspletig. 2. salinum ") Koch. Bladen smal lancetvormig, niet of zwak getand. Biologische bijzonderheden. De bloemhoofdjes zijn bij regenachtig weer gesloten, doch ook bij zonnig weer zijn ze slechts een deel van den dag open. Welk deel dit is, is afhankelijk van den tijd van het jaar. Wat de bestuiving betreft, geldt ook hier weer het bij Leonto
Size: 1401px × 1784px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants
