. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. terlezing, hield daarvan aanteekening, en had te zorgen, dat deze, evenalsde buiten het klooster uitgeleende boeken, tijdig en ongeschonden wederwerden ingeleverd. Het bezit eener veelzijdige boekerij van enkele honderd deelen, wasniet het minst waardevolle gedeelte van menig klooster, vooral in die,waarin gestudeerd werd en men scholieren had, zoodat, gelijk in deabdij te Aduard, in haar bloeitijd bekend als de Academie van het *) Voor de kennis van de inrichting en omvang van een ruim opgevat Stads-Klooster, heeft de „platte


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. terlezing, hield daarvan aanteekening, en had te zorgen, dat deze, evenalsde buiten het klooster uitgeleende boeken, tijdig en ongeschonden wederwerden ingeleverd. Het bezit eener veelzijdige boekerij van enkele honderd deelen, wasniet het minst waardevolle gedeelte van menig klooster, vooral in die,waarin gestudeerd werd en men scholieren had, zoodat, gelijk in deabdij te Aduard, in haar bloeitijd bekend als de Academie van het *) Voor de kennis van de inrichting en omvang van een ruim opgevat Stads-Klooster, heeft de „platte vorm van het gewezen Amsterdamsen Minderbroeders-klooster zóó groote waarde, dat deze daarom met opzet hier uitvoerig beschreven is. 2) Zie daarover de belangrijke studie van Dr. K. O. Meinsma: „MiddeleeuwscheBibliotheken. :!) Welke plichten eene zoodanige boeckwaerster had, vindt men o. m. in hetwerkje, van W. Moll: „De boekerij van het te Delft, in detweede helft der vijftiende eeuw, waarin tevens haar volledige catalogus II. Afb. N°. 269. De Librije bij de Sint-Walburgskerk te Zutphen,naar eene teekening in kleur van J. J. Roeters. 19 146 DE KLOOSTERTUIN. Noorden, wetenschappelijke mannen er gaarne aanklopten en er kortentijd gastvrijheid vroegen. Van groot nut ook was, zooals reeds gezegd, menige kloostertuinvoor de ontwikkeling van de plant- en geneeskunde in de gewestelijkeomgeving. In die tuinen toch werden, behalve tal van kool- en moes-gewassen, van hand- en stoofvruchten en verder fruit voor tafel enkeuken, planten, kruiden en bloemen gekweekt, die voor pijnstilling,of ter genezing van wonden of ziekten konden dienen, zoodat in velekloosters, wier omvang en ligging zulks toeliet, het rozenhof, het kruyt-hof, het kool- of moeshof en de boemgaerden en kweekerijen niet zeldenhet aantrekkelijkste gedeelte vormden. In de XIIlde en XIVde eeuw, warenzij met de tuinen, bij sommige priester- en capittelwoningen en bij enkelekasteelen, b


Size: 1428px × 1751px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture