. De flora van Nederland. Plants. die 4 maal zoo lang zijn als de helmdraden. Die knopjes zijn pijlvormig en hebben aan den top een spits uitsteeksel, zij hangen aan den voet samen. De stijl is draadvormig en steekt naar buiten. De vruchtstelen zijn ten slotte uitgespreid of teruggeslagen. De vrucht (fig. 105) bestaat uit 2 tweehokkige vruchtjes, die op een vlakke schijf zijn ingeplant, de deelvruchtjes zijn klein, eirond, spits, zwartachtig glanzend. ^. 1,5-4,5 dM. Mei—Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Oost-Europa op akkers en in bergbosschen voor. Bij ons


. De flora van Nederland. Plants. die 4 maal zoo lang zijn als de helmdraden. Die knopjes zijn pijlvormig en hebben aan den top een spits uitsteeksel, zij hangen aan den voet samen. De stijl is draadvormig en steekt naar buiten. De vruchtstelen zijn ten slotte uitgespreid of teruggeslagen. De vrucht (fig. 105) bestaat uit 2 tweehokkige vruchtjes, die op een vlakke schijf zijn ingeplant, de deelvruchtjes zijn klein, eirond, spits, zwartachtig glanzend. ^. 1,5-4,5 dM. Mei—Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Oost-Europa op akkers en in bergbosschen voor. Bij ons is zij alleen aangevoerd bij Deventer en Rotterdam. 8. Bordgo 1) Tril. B. officinalis-') L Bernagie (fig. 106). Deze plant is sterk en ruw behaard door stijve, op knobbeltjes staande haren. Zij heeft een rechtopstaanden, dikken, sappigen, naar boven ver- takten stengel, met dikke, gerimpelde, iets getande, gegolfde bladen. De onderste (fig. 106) zijn eirond, vrij plotseling in een langen steel samengetrokken, de bovenste eirond-langwerpig tot langwerpig-lan- cetvormig, stengelomvattend, boven den voet samengetrokken. De bloemen zijn groot, blauw, langgesteeld, knikkend en staan in losse, aan den voet bebla- derde, ongevorkte bijschermen. De bloemstelen zijn dik, ten slotte teruggeslagen, stekelig door uit- staande haren. De kelk is even lang als de bloem- kroon, diep 5-spletig, blijvend, met gelijke, lijn- vormige, als de vrucht rijp is, samenneigende slippen. De bloemkroon is 5-deelig, glanzend, hemels- blauw, zelden wit of rosé, stervormig, met langwerpige of eironde, toege- spitste, vlakke slippen, aan de keel met 5 korte, uitgerande, onbehaarde schubben. De meeldraden steken buiten de bloemkroon uit, neigen kegel- vormig samen en hebben, aan den top in een donker lilakleurig uitsteeksel uitloopende, helmdraden, terwijl de donker gekleurde helmknopjes aan de binnenzijde van dat uitsteeksel staan. De stijl is draadvormig en steekt ook buiten de bloem uit. De deelvruchtjes


Size: 2284px × 1094px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants