. De flora van Nederland. Plants. 414 CYPERACEAE. — FAMILIE 17. blauwgroen. De stengel is rolrond, gestreept en draagt alleen aan den voet eenige stijve, priemvormige, boven iets gootvormige bladen. Deze zijn half zoo lang als de stengel, de onderste hebben zwartbruine, naar boven meest geelbruine, glanzende scheeden en een donker- tot zwart ge- kleurde bladschijf, waarvan de top tijdens den bloeitijd min of meer is afgestorven. De bloemen zijn 2-slachtig, tot aartjes vereenigd en daarvan vormen 5-10 een eindelingsch hoofdje. De aartjes bestaan uit een spil met gekielde, tweerijige kafjes, waa


. De flora van Nederland. Plants. 414 CYPERACEAE. — FAMILIE 17. blauwgroen. De stengel is rolrond, gestreept en draagt alleen aan den voet eenige stijve, priemvormige, boven iets gootvormige bladen. Deze zijn half zoo lang als de stengel, de onderste hebben zwartbruine, naar boven meest geelbruine, glanzende scheeden en een donker- tot zwart ge- kleurde bladschijf, waarvan de top tijdens den bloeitijd min of meer is afgestorven. De bloemen zijn 2-slachtig, tot aartjes vereenigd en daarvan vormen 5-10 een eindelingsch hoofdje. De aartjes bestaan uit een spil met gekielde, tweerijige kafjes, waarvan de 3-6 onderste kleiner zijn en geen bloemen in hunne oksels dragen, terwijl de 1-3 bovenste wel bloemen dragen. ledere bloem bestaat uit een bloemdek, dat uit 3-5 iets getande borstels be- staat, 3 meeldraden en een stamper met aan den voet verdikten stijl, die geheel afvalt en 3 stem- pels. De aartjes zijn meest lancetvormig, spits. Het schutblad van het onderste aartje is rechtop- afstaand, het omgeeft het hoofdje aan den voet, is veel langer dan dit, zwartbruin met een blad- achtigen top. Meest heeft ook het schutblad van het tweede aartje een bladachtigen top. De kafjes (fig. 342) zijn eirond-lancetvormig, hebben een ruwe kiel, een zwartbruinen rand, de onderste zijn vaak naar boven lichter. De vrucht (fig. 342) is driekantig, eirond tot langwerpig, 1,5 mM lang, porselein wit, langer dan de bloemdekborstels en draagt geen rest van den stijl. 4- ^-4,5 dM. Juni, Juli, soms tot Herfst. De bladen gelijken veel op die van Eriophorum vaginatum, maar ook in niet bloeienden toestand is de plant er van te onderscheiden door de blanke, zwartbruine, onderste scheeden. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa verspreid voor in veenweiden en lage venen, doch ook aan zandige kusten. Zij is bij ons vrij algemeen. Volksnaam. In Salland heet de plant Schoenus nigricans Fig. 342. 4. Rhyiichospóra ^) Vahl. Grasbies. Bloemen 2-slachtig, in armblo


Size: 1403px × 1782px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants