. De flora van Nederland. Plants. 628 — HYDROCHARITACEAE. — FAMILIE 21*. Biologische bijzonderheden. De plant vertoont geheel de eigenschappen der waterplanten met drijvende bladen. De plant vormt rijkelijk wortels, maar deze dienen in den regel niet om haar in den slijkerigen bodem der plassen te bevestigen, want zij blijft zomers aan de wateroppervlakte drijven en spreidt hare bladen als bij Nymphaea aan den waterspiegel uit. De blad- en bloemstelen komen niet onmiddellijk uit den hoofdstengel, die soms in het slib wortelt, maar uit lange, draadvormige zijstammetjes, die onder water onbeblad


. De flora van Nederland. Plants. 628 — HYDROCHARITACEAE. — FAMILIE 21*. Biologische bijzonderheden. De plant vertoont geheel de eigenschappen der waterplanten met drijvende bladen. De plant vormt rijkelijk wortels, maar deze dienen in den regel niet om haar in den slijkerigen bodem der plassen te bevestigen, want zij blijft zomers aan de wateroppervlakte drijven en spreidt hare bladen als bij Nymphaea aan den waterspiegel uit. De blad- en bloemstelen komen niet onmiddellijk uit den hoofdstengel, die soms in het slib wortelt, maar uit lange, draadvormige zijstammetjes, die onder water onbebladerd zijn. De bladen hebben weder de huidmondjes aan de boven- zijde en zijn verder ingericht als bij Nymphaea (zie II, 224), om de ver- damping te bevorderen. Zij zijn steeds weder van onderen bruin, maar op zonnige plaatsen vaak ook van boven. De bloemen bloeien slechts kort. Aan den voet der kroonbladen treft men aan de binnenzijde een honigschubje aan. Er schijnt zelden bestuiving plaats te hebben, want rijpe vruchten worden zelden aangetroffen. Daaren- tegen is de ongeslachtelijke vermenigvuldiging zeer sterk. Des zomers vormen zich in de bladoksels uitloopers, vrij lange, dikke draden, die omstreeks evenwijdig aan den waterspiegel blijven en ieder in een platge- drukten knop eindigen. De buitenste schubben daarvan sluiten niet vast aaneen en de knop gaat dan ook snel open en vormt groene, drijvende bladen en wortels, dus jonge plantjes, die eerst nog door den draad met de moederplant verbonden blijven, doch later vrij komen. Anders is het in het najaar (fig. 588). Dan ontstaan weer uitloopers met. Hydrocharis Morsus ranae Fig. 588. Van de toppen der spruiten laten de winterknoppen los. knoppen, maar deze zijn korter en zinken wat meer naar beneden, doordat de knoppen een grooter gewicht hebben. De winterknoppen zijn elliptisch, meer ineengedrongen en de buitenste hoornachtige schubben sluiten dichter aaneen. Alle cellen zijn met zetmeel opgevuld. Deze knoppen laten los


Size: 3046px × 820px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants