. Stichtelycke rymen, om te lesen ofte singhen. Onderscheyden in III deelen. Op nieuws over-sien en grootelijckx vermeerdert, oock de noten van druck-fauten ghecorrigeert, en verrijckt met vele copere figuren . ver-vliet,Is fotreurens waerdig niet,Als des menfehen liet gy ftaeg tranen vlietenHE-RA C LI TE:t Is gewis droeffnis,te fien,De jammren die op Aerd meer reden weenen doogen,Die fien mogen,Wat voor Schat en Pad God geeft,Daer t domme hert geen lult en , Ziele,ruft nocrTnietvan klachten En treur-gedachten ;Mijn ftemme,geeft niet anders uytDan


. Stichtelycke rymen, om te lesen ofte singhen. Onderscheyden in III deelen. Op nieuws over-sien en grootelijckx vermeerdert, oock de noten van druck-fauten ghecorrigeert, en verrijckt met vele copere figuren . ver-vliet,Is fotreurens waerdig niet,Als des menfehen liet gy ftaeg tranen vlietenHE-RA C LI TE:t Is gewis droeffnis,te fien,De jammren die op Aerd meer reden weenen doogen,Die fien mogen,Wat voor Schat en Pad God geeft,Daer t domme hert geen lult en , Ziele,ruft nocrTnietvan klachten En treur-gedachten ;Mijn ftemme,geeft niet anders uytDan .ach. lach ! ach ! wat menfehen hei teSmelt niet door fmerteWanneer t foo grooten ydelheycWel over-Ieyt ?Verdoolde menfehen,Sot is uw wenfehen,En u paden flim :t Ware Goed,t Welck (hier foetVoor t gemoed)Hier na vreugdig leven doet,Tieetgy fchier alsmetdevoetEnjaegtnaeen Liefflijck trecken,Gods ernftig wecken ïi Raen ,oogen,traen,cnword fonteynen Door n veel weynen : licnaude horft , fendoor de lucht, Een droefgefucht. Ween mede, ween algy op-rechte WeenTGodes knech-ten: Laet fuchten tot denHemel gaenj Vang klagten aen. Laet als twee beken, Büjfs 5* EerfteDeel. DER GODLOOSEN NÏ Steltycmant zijne trooft (vergetend Godes byftandt)Op yet hoe Heerlijck wert des hoogften vyand,EncT of hy zich of andren fchijnt fo te behaghen,Sijn nietheyd fal hy ielfs gevoelen, en beklagen. Stichtelijcke Rijmctn 17 Blij ft u noch al by iMaer wat baett?Gy verfmaetHeylfaem ract jGods beminde ,dic u quaedWillen fchutten toont gy baetj Ach Iwatraferny!Aerdfche menfch,in ftof begraven, Slaef der Haven,Kom weer-om : ris dom gedacn,t Getoonde dwael-pad noch te die u van dHeer der hecreri Geerrrraeelecrcn,Hoort al voort na t Woord van God:Geen wifler wég dan fijn Gebod. Üytbreydinghe over Pfalm CXXIX. en Ffalm 119. Sang: Engelfche Fortuyn,1. V hebben my (foo feggc Ifrael) iVan jeuget op, door vêelderley gcqüelj j Van jcuget op mijn ondeiganggefo


Size: 1924px × 1299px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, bookcentury1600, bookdecade1640, bookidstichtelyckeryme02camp