. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . tjn, Akanten,t_Adom , Akara en andere plaetfen,hen op de ftrande toe-gebraght, diehet gout zelf in hun lantfehap nietvinden; maer genieten dat van an*dere zwarten, verder uit het lant ko-mende, in mangeling van Europifchewaren. Zelfs weinigh zwarten, die inde zee-plaetfên wonen, weten de mij-nen rriet, nochte geen blanke heeftoitby of ontrent


. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . tjn, Akanten,t_Adom , Akara en andere plaetfen,hen op de ftrande toe-gebraght, diehet gout zelf in hun lantfehap nietvinden; maer genieten dat van an*dere zwarten, verder uit het lant ko-mende, in mangeling van Europifchewaren. Zelfs weinigh zwarten, die inde zee-plaetfên wonen, weten de mij-nen rriet, nochte geen blanke heeftoitby of ontrent dezelve geweeft.)naerdien die ftil gehouden,en door déeigenaers,te weté deKoningé,wel be-waert worde: want ieder koning heeftzijne mijn-bergen, daer uit hy doorzijn volk het gout laet delven, en dataen andere zwarten, nader aen ftrantgelegen,verhandelen, t welk alzoovan deen hant tot dandere komt, eneindelijk in de Hollantfche Gout wort ook op eenige plaet-fen in de revieren, als inzonderheitde gout-rijke Atzijnfche reviere,onder de klippen en fterke water-val-len, die uit het geberghte met goutkomenneerfchietten, in dezer wijzedoor de zwarten op-gedoken. Zyduiken met eenen houten bak nabene- den Of L A -MT T- D **,K Tïf!, 4*7. den onder de klippen of water-vallen,ten rapen daer in aerde, fteen, en alWat zy bekomen kunnen, t welk zydan , daer mede met de bak opthooft boven gekomen, uitwaiTen, envinden het gout, als de z waerfte ftof-te, onder m den bak. Dan ftukjes,door het geweltjdes afftortenden waters van de lo-pende gout-aedertjes afgefpoelt, op-gedoken, gelijk de Koning van lawi-ra een grote meenighte dier {tukjesïjeert ,die hy voor Fetifien hout, alspchnjvende dezelve eenige verbor-m kracht toe. Zomtijts bekomenpy met dit duiken een goede meenig- ègouts, maer duiken zomtijts welIjanfche dagen vergeefs. DesgelijxMgwira, aen dAzynfereviere gele-gen, mede zeer Gout-rijk: want hetgout, dat totJJfmeen Mine af komt,| volgens het zegge


Size: 1753px × 1425px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthordapperol, bookcentury1600, bookdecade1660, bookyear1668