. De flora van Nederland. Plants. Vaccaria parviflora. Fig. 190. De bladen zijn lancetvormig, zittend, 1-nervig, spits, aan den voet met de tegenoverstaande verbonden. De bloemen zijn lichtpurper, langgesteeld, zij staan in ijle bijschernien. De kelk is eirond-pyramidaal met 5 groene, ge- vleugelde kanten en 5 toegespitste driehoekige tanden. De bloemkroon is 5-bladig met iets ge- tande plaat, zonder keelschubben. Meeldraden zijn er 10, stijlen 2. De doosvrucht is 1-hokkig, eirond, in den kelk gesloten en springt met 4 korte tanden open (fig. 190). De zaden zijn talrijk, niervormig, knobbelig.


. De flora van Nederland. Plants. Vaccaria parviflora. Fig. 190. De bladen zijn lancetvormig, zittend, 1-nervig, spits, aan den voet met de tegenoverstaande verbonden. De bloemen zijn lichtpurper, langgesteeld, zij staan in ijle bijschernien. De kelk is eirond-pyramidaal met 5 groene, ge- vleugelde kanten en 5 toegespitste driehoekige tanden. De bloemkroon is 5-bladig met iets ge- tande plaat, zonder keelschubben. Meeldraden zijn er 10, stijlen 2. De doosvrucht is 1-hokkig, eirond, in den kelk gesloten en springt met 4 korte tanden open (fig. 190). De zaden zijn talrijk, niervormig, knobbelig. q. 3-6 dM. Juni, Juli. Biologische bijzonderheid. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is hoofdzakelijk als bij Silene conica. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op kalk- en leemhoudenden bouwgrond voor in Midden- en Zuid-Europa. Bij ons is zij alleen als met graanzaden aangevoerd waargenomen op verschillende plaatsen. 22. Ciicübaliis S Trii. C. bacciferâ¢) L Besanjelier (fig. 191). Uit den dunnen korten wortelstok komen een of meer verwijderd bebla- derde, sterk vertakte en evenals de bladen dicht en kort behaarde, brosse stengels. Deze klimmen langs heesters naar boven en slingeren zich met het bovenste deel vaak om de takken van deze. De bladen zijn eirond of langwerpig, kort gesteeld, toegespitst, gaafrandig (of met 1 of 2 tanden), zacht. De schutbladen zijn bladachtig. De bloemen zijn groenachtig wit, zij hangen over, zijn kort gesteeld en staan in een zeer ijl bebladerd bijscherm. De kelk is eerst klokvormig, later opgeblazen, geelgroen, 5-spletig met 5 lancetvormige tanden en 20 onduidelijke ribben. De kroonbladen zijn 5 in getal, met teruggeslagen, 2-spletige platen , die aan de keel een tand hebben en lange nagels, zonder vleugellijsten. Zij liggen in den knop dak- pansgewijze. Meeldraden zijn er 10, stijlen 3. De vrucht is een bolvor- mige, zwarte, glimmende 1-hokkige bes (fig. 191), waarvan de inwendige laag groen en perkamentach


Size: 1439px × 1736px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants