. Des wereldts proef-steen ofte De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . venTot een over-faligh leven, Om te fchouwen al het quaet Datter heden noch wel, mochtet wefen,Dat hy met my wilde lefen. En in fijn ghedachten bracht, Dat den Cluylenaer foo achcDat den Rechter van de fielenSal eens brieflchende vernielen, Op een hoogh-verheven wolck, Al het wederfpannigh hy fal doch een^ verfchijnen,Entotvreught oft groote pijnen, Met een over-grootgheluyt tLaetfte vonnis fpreken uy t. C Qp ^ MEMORIE. Op dat hy roet kinder-vteefe Mochte leve


. Des wereldts proef-steen ofte De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . venTot een over-faligh leven, Om te fchouwen al het quaet Datter heden noch wel, mochtet wefen,Dat hy met my wilde lefen. En in fijn ghedachten bracht, Dat den Cluylenaer foo achcDat den Rechter van de fielenSal eens brieflchende vernielen, Op een hoogh-verheven wolck, Al het wederfpannigh hy fal doch een^ verfchijnen,Entotvreught oft groote pijnen, Met een over-grootgheluyt tLaetfte vonnis fpreken uy t. C Qp ^ MEMORIE. Op dat hy roet kinder-vteefe Mochte leven als een weefeDie hier gheenen vader den Heerint herte prent. Op dat hy mocht gaen verfinnen, Hoe den Heer ons comt beminnenyEn ghqlijck hy felvcr feydt,Ons wil doen bermhertighcydt; Wel dan nu, beminde fiele, Oft m ij n fegghen u be viele,En ghy noch behaghen vondtIn de woorden mijnder mondt. Setter dit by voor het lefte. En ghedincket voor het belte;Wilt vergheten vreüght en pijn,Maer wilt Godt ghcdachtigh zijiji. <a YDEL- ^ XIIrCAP. VAN BESCHVLDINGHE. i^ YDELHEYDT Vsh rpoordm h^ren WAERHEYDT. WVelghehrmckt, mner oock niet eer. Cl WAER. 40 WEL-SPREKENTHEVDT. VVAERHEYDT. LAetstmael wat vermoeyt van ledenQuain ick in het huys gheti-fedenV^nmijnalderbeften vriendt. Die myfomtijts heeft ghedienc.^Hy nu vry wat feer bedeghenyHadd wat goetjen by gKecreghen- ^ Oock een winckel noch ghekocht,. Die hem o;rooce winfte dreef coopmanfchap int hetfeheen hem wel te lucken ^ Soo dat hy van fié op fté Seeregrooten tot mijn groot my veel fchoone faken^ Die daer w^ïtn opt buffet In fijn befte noch ander wonder dinghenDie daer ftonden en daer hingherfy Stuckenaerdigh nyt-ghcvrocht. Die-men Princenfchencken mocht;^ick verbaeft, ftondt heel verwondert,. #Dat hem onder foo veel hondert, Onfen Heer in corten tijde Hadde lbo ghebenedijdc * WEt-Sl^HÉKENTHEYDT. 11 Hier Op heeft hy feer foetelijck g


Size: 1827px × 1368px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorgheshierpet, booksubjectemblembooksbelgium17thcentury