. De flora van Nederland. Plants. 232 — PAPAVERACEAE. FAMILIE Papaver Rhceas Fig. 273. De bloemen zijn groot, scharlakenrood , zelden donkerrood, vaak aan den voet zwart gevlekt. De helmdraden zijn priemvormig, niet verbreed. De stempelschijf is 7-12-stralig, gelobd, met lobben, die elkaar aan den rand bedekken. De doosvrucht is omgekeerd eirond , met afgeronden voet en onbehaard (fig. 273). 3 6 dM. O en 03. Juni, Juli. De plant komt in 2 vormen voor. a. genuinum') Prod. Bloemstelen met horizontaal afstaande borstels bezet en ,S. strigósum -) Boenngh. Bloemstelen met aanlig- gende borstel


. De flora van Nederland. Plants. 232 — PAPAVERACEAE. FAMILIE Papaver Rhceas Fig. 273. De bloemen zijn groot, scharlakenrood , zelden donkerrood, vaak aan den voet zwart gevlekt. De helmdraden zijn priemvormig, niet verbreed. De stempelschijf is 7-12-stralig, gelobd, met lobben, die elkaar aan den rand bedekken. De doosvrucht is omgekeerd eirond , met afgeronden voet en onbehaard (fig. 273). 3 6 dM. O en 03. Juni, Juli. De plant komt in 2 vormen voor. a. genuinum') Prod. Bloemstelen met horizontaal afstaande borstels bezet en ,S. strigósum -) Boenngh. Bloemstelen met aanlig- gende borstels bezet. Een enkele maal zijn planten met witte en ook met gevulde bloemen gevonden. Volksnamen. Behalve met den naam klaproos, wordt zij op vele plaatsen als kankerbloem aangeduid, verder als kollebloem (Veluwezoom, Zuid-Limburg, Land van Hulst), koornroos (Friesland, Utrecht, Walcheren), roos en rozewiet (Zeeland), spokebloem (Groningen, Friesland, Walcheren). Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt algemeen in Midden- en Zuid-Europa voor en is in ons land in hare beide vormicn algemeen, vooral in korenland, doch ook in ander bouwland en op ruige plaatsen, vooral op zandgrond, doch ook op klei. P. dübiumS) L. Kleine klaproos (fig. 274). Deze gelijkt veel op de vorige, doch is dadelijk door het lange vrucht- beginsel er van te onderscheiden. Uit den penwortel komt een rechtopstaande, vertakte stengel, die rond en met uitgespreide, naar boven meer aanliggende borstelharen dicht bezet is. De wortelbladen zijn langgesteeld, in omtrek lancetvormig, doch dubbel vindeelig met eironde slippen. De stengelbladen zijn kortgesteeld of zittend, meestal vindeelig met langwerpige, even breed blijvende slippen, die vaak grof getand zijn. Wortel- en stengelbladen zijn met enkele witte haren bezet en aan den rand gewimperd. ledere bladslip eindigt ook in een wit stijf haar. De bloemen zijn langgesteeld, vrij groot en zitten eindelings. De bloemstelen zijn dicht aanliggend behaar


Size: 1326px × 1884px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants