. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uytgedrukt in verscheide zinne-beelden : als mede een Alleenspraake met God : benevens eenige Stigtelyke rymen . ven doet Op die Mei En gerei, Dat den Geeft Op het fee ft Van t LamWacht met Vader Abraham:Daar gy t falig talAlles zyt in alï\Och wierd dit gelooft!t Aardfche fchoon waar haaft gedoofc. t Aardryk roept als overluit,**Godes macht en order uyt,Son en maan ea flonker-fterren,Die nooit inhunn loop verwerren,Spreeken dit; en t heeft fijn klem;t Minft gefchep dat is een Minde zantje, t minfte fiertje ,. Selfs het allerteerfte dier


. De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uytgedrukt in verscheide zinne-beelden : als mede een Alleenspraake met God : benevens eenige Stigtelyke rymen . ven doet Op die Mei En gerei, Dat den Geeft Op het fee ft Van t LamWacht met Vader Abraham:Daar gy t falig talAlles zyt in alï\Och wierd dit gelooft!t Aardfche fchoon waar haaft gedoofc. t Aardryk roept als overluit,**Godes macht en order uyt,Son en maan ea flonker-fterren,Die nooit inhunn loop verwerren,Spreeken dit; en t heeft fijn klem;t Minft gefchep dat is een Minde zantje, t minfte fiertje ,. Selfs het allerteerfte diertje,Roemt de macht van dQpperheer,En verbreid lijn lof en öempjens ,ldie op fteeltjens dit volmaakt te ipreeken,Al wie my met aandacht fiet,Kent gy dus myn Maaker niet ?§00 wel klein als groote blommenGodes lof aldus uitbrommen ,Dit doen fy foo lang fy ftaan,En afvallen hunne blaê fchepfels op der aardenHouden s Heeren lof in befluit is vaft en wis,Wyl niets van lich felven is, G 3 Een 102 STICHTELYKE RYMEN. Een wei-beplanten Hof,MetBoomen , Kruid en Bloemen,Geef e lucht, en vreugd, en flofOm op Gods hand te roemen,. TWEEDE DEEL. IQ£ Op t bovenftaande. \1 Gods lof X Int Hof. Sie hoe weer de fwarte aard,Bloemtjens geeft van fchoonderaard,Diegevlamt, getant, gerandZyn, gefchildert van Gods hand,Met een fchoone verf en kleur,Met een geeft vol kracht en geur,Dat geen Schilder nooit en geeft,Schoon hy fchetft zoo lang hy nu cierlyk in den hofLuid uitbrommen Godes wil ons dit fchepfel leeren,Dat wy in den hof des HeerenGode moeten vruchten draagenNa fyn Godlyk welbehaagen,Hem door goede werken pryfen,En uit s werelds drek opryfen:Opdatwy gelyk de roofenIn des Heeren lufthof blooien,Ja in s Hemels goude zaaienEeuwig mogen zeegepraalen. AanBuite-Weesvaders en Moeders. RerwaardeWeesvaders^nookgyWeesmoedersÜMyn Sufters in Chriïtus,myn waardige Broeder^ io4 STICHTELYKE RYMEN, Ei! laat onsdonnofele WeefenhaarfaakenMet y ver tot


Size: 1431px × 1746px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, booksu, booksubjectemblembooksdutch