. Zederyke zinnebeelden der tonge . io6 ZINNEBEELDENLASTERING E. Et folem nebuia tegunt. H ,oe heerelykcn glans de gulde ïon verfpreidt, Die bergen, bofch en beemdt doortintelt en verblydt, En alle fchepzelen geeft ademtocht en leven, Nögh moetzy fomrydts plaats aan zwarte wolken geeven. En vindt zich met een kleedt van nevelen bedekt. Watw nder ? dat de deugdt dan veeltydtst voorwerpftrekt, Waar op een lafteraar zy n bittre gal zal braaken, Om haare zuiverheidt te fmetten en mismaaken, Wanneer hy s naaftens eer en roem verk leinen kan, En zynen naamdwerg dus verheffen tdt een man, Daar eigenl


. Zederyke zinnebeelden der tonge . io6 ZINNEBEELDENLASTERING E. Et folem nebuia tegunt. H ,oe heerelykcn glans de gulde ïon verfpreidt, Die bergen, bofch en beemdt doortintelt en verblydt, En alle fchepzelen geeft ademtocht en leven, Nögh moetzy fomrydts plaats aan zwarte wolken geeven. En vindt zich met een kleedt van nevelen bedekt. Watw nder ? dat de deugdt dan veeltydtst voorwerpftrekt, Waar op een lafteraar zy n bittre gal zal braaken, Om haare zuiverheidt te fmetten en mismaaken, Wanneer hy s naaftens eer en roem verk leinen kan, En zynen naamdwerg dus verheffen tdt een man, Daar eigenliefde, nydt, en hooghmoedt hem bezitten, En leeren op een ey te fcheeren en te vitten. Doch hoe de nydt ook woelt,en veeltydts wordt gelooft, Dedeugdt buigt wel wat neer, maar beurt daar na haarhoofdt Met grooter glans weer op, en praalt met meerder luiftcr,Gelyk de milde zon, verwinnendt t droevigh duiderDer bruine nevelen, haar lieflyk aanfchyn toont,En dus haar eigen deugdt tot vreugdt der aarde loont. Hirundo i der T o N G Hirundo fama pejlilens Calumnïatantum fibi lieer e fumit , ut virosMorfu ntaligno devenufïet umbra femper ejl euntibtis comcsIn lucefolhy Jlc adhceret hac luesHts, qui decHs reBique feéiantur vias,Fruatur ergo quisque ^ qui fidtt Jihi ^Famajïmftro errore: vix ullt venitImmune labis nomen ante funera, D: B. Het io8 ZINNEBEELDEN Het is een bekendt fpreekwoordt, de Grooten heb»ben lange armen ; wervvaarts gy u begeeft envliedt, 2y volgen u na , en grypen u. 7oo heeft deton-ge ook haare handen , en wel 200 lange , dat 2y voordie der Vorften niet behoeven te vyyken. de doodt, ïegtde wylle der Koningen in ïyne Spreuken, en het levenzyn in de handt (ofgeweldt) der tonge. menfchen vaneen quaade tonge xyn dulle honden, en zy, diequalykvan dezelve fpreeken, zyn fchreeuwers. want zodani-ge tonge is een wildt gedierte, dat men zeer moeijelykaan de keten kan leggen, wanneer het daar eens uitont-fnapt is, maar ook is het de aderflagh , waar aan


Size: 1609px × 1553px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, booksubjectconductoflife, booksubjectemblemsearlyworksto1800