. Des wereldts proef-steen, ofte, De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . ghevenTot een over-ialigh leven, Om te fchouwen al het quaet Datter heden noch wel, mochtet wefen,Dat hy met my wilde lefen, En in fijn ghedachten bracht, Dat den Cluyfènaer foo acht,Dat den Rechter van de fielenSaleens brieffchende vernielen, Op een hoogh-verheven wolek, Al het wederfpannigh volck*Want hy fal doch eens verfchijnen,Entotvreught oft groote pijnen, Mft een over-groot gheluyt tLaetfte vonnis fpreken uy t. C Qp l8 MEMORIE» Op dat hy met kinder-vreefè Mocht


. Des wereldts proef-steen, ofte, De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . ghevenTot een over-ialigh leven, Om te fchouwen al het quaet Datter heden noch wel, mochtet wefen,Dat hy met my wilde lefen, En in fijn ghedachten bracht, Dat den Cluyfènaer foo acht,Dat den Rechter van de fielenSaleens brieffchende vernielen, Op een hoogh-verheven wolek, Al het wederfpannigh volck*Want hy fal doch eens verfchijnen,Entotvreught oft groote pijnen, Mft een over-groot gheluyt tLaetfte vonnis fpreken uy t. C Qp l8 MEMORIE» Op dat hy met kinder-vreefè Mochte leven als een weefeDie hier gheenen vader kent,En den Heer in t herte prent. Op dat hy mocht gaen verfinnen, Hoe den Heer ons eomt beminnen^En gjielijck hy felver feydt^Ons wil doen bermhertigheydt. Wel dan nu, beminde fiele, Oft mijn fegghen u beviele,En ghy noch behaghen vondtIn de woorden mijnder mondt. Setter dit by voob het lefte, En ghedincket voor het bette:Wilt vergheten vreüght en pij%Maerwilt Godt ghcdachtigh zijm. YDEL- 1IÏ.CAP. VAN BESCHVLDINGHE. IJ> YDELHEYDT Vele morden baren WAERHEYDT. Wdghebmyckt* mtteroock niet eer. C i VVAER-


Size: 1789px × 1396px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1640, booksubjectemblems, bookyear1643