. Het overvloeijend herte, of nagelatene verzen . Matth: XI. v. 29 en 30. Op H E R T E. 151 Op Figuur XLIX. VV ^^ was de groote meefler klein! Hoe zouden \\7 t van Hem niet leeren?Hy maakt het vitile fchoon en hovaardy en ydele E : XIII. vers 3-8 I ezus ijoeetende dat de Vader Hem alle din-^ gen in de handen gegeeven hadde^ en dat hyvan God uitgegaan ujas^en tot God henen ging ^ Stond op van het Avondmaal ^ en leide [ zy-fie^l kleederen af^ en neemende èen linnendoek^ omgordde Hem zeken. Daar na goot Hy uoater in V bekken\ enhegon de voeten der difcipelen te voaffchen, enaf te


. Het overvloeijend herte, of nagelatene verzen . Matth: XI. v. 29 en 30. Op H E R T E. 151 Op Figuur XLIX. VV ^^ was de groote meefler klein! Hoe zouden \\7 t van Hem niet leeren?Hy maakt het vitile fchoon en hovaardy en ydele E : XIII. vers 3-8 I ezus ijoeetende dat de Vader Hem alle din-^ gen in de handen gegeeven hadde^ en dat hyvan God uitgegaan ujas^en tot God henen ging ^ Stond op van het Avondmaal ^ en leide [ zy-fie^l kleederen af^ en neemende èen linnendoek^ omgordde Hem zeken. Daar na goot Hy uoater in V bekken\ enhegon de voeten der difcipelen te voaffchen, enaf te droogen met den linnen doek, daar me-de Hy omgord vvas. Hy dan kwam tot Simon Petrus^ en diezeide tot Hem^ Heer e zult gy my de voetenvjalfchen ? Jezus antwoordde en zeide tot hem, dat ikdoe weet gy nu niet ^^ maar gy zult het nadeezen verfiaan. Petrus zeide tot Hem^ gy zult mwe voe-ten niet waffchen in der eeuwghdd. Jezusantwoordde hem, indienJk u niet wajfche, gyhebt geen deel met my. K4 Je- ï$2 Het OVERVLOEIJEND L. Jezus hangt aan t Daarom heeft my de Vader llef^ overmitsik myn leeven aflegge^ op dat ik het zelvewederom fieeme. Niemant neemd het zelve van my: maarik leggc het van my zelven af. 17en i8. Op T HERT E. 153 Op Figuur L. oen zig de liefde gants den tooren over-gaf. Streek hy den dood en hel de triumpheering;af. jTlier geld geen fwaard in deezen liefde met zagtmoedigheid. \jr:lyk een Schaap moetflom ter flagting gaan;Zoo heeft het Lam zyn mond niet opgedaan. D e hoo^^fle liefde wierd den tooren eeatiiiccuiir: Zoo ftild en overwind het zoet het wran-ge zuur. M yn God , myn Lief, mynJezus , hoogdegoed. En diepfce zoet, met zoo veel liefde wonden f Hoe doril myn ziel, na t heilig Heemels bloed; Op dat in my de tooren word verflonden. K 5 Des 154 Het OVERVLOEIJEND I j 27: leevens Yoïï^i hei-fleld der zonden kwaal;ó Dood en Hel! waar is uw zegenpraal? 6 J_yj[ orgeniler van d allerfchoonflen dag, Wat blinkt gy klaar voor die in t duifie


Size: 1477px × 1691px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan164, booksubjectemblems, booksubjectmysticism