. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . n meefter die fijn banden fleept, al fchijnt hy los te zijn,Raeckt licht (eer hy het meynt) al weder in de pijn. Nee tUj cüm obftiteris femel, in ftantique negarisParere imperio, Rupi jam vincula, & lu£tata canis nodum abripit: attamen illi,Cüm fugit, a tergo trahitur pars longa catenx. J^an t onimipt Dient niet ïjet ïoof aïleen/maet De too?^ tfïupt-getogen.^t eeVfïfept met/ WmX ■, mm/ ^oot u aerbtfeöe Ie- Den. ü En^dien hetofperjiegehiedtvaneenigeJlAdtbeyoUnisy•*— loo hy komt te vernemen dat Vr acht ofte thien verra-


. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . n meefter die fijn banden fleept, al fchijnt hy los te zijn,Raeckt licht (eer hy het meynt) al weder in de pijn. Nee tUj cüm obftiteris femel, in ftantique negarisParere imperio, Rupi jam vincula, & lu£tata canis nodum abripit: attamen illi,Cüm fugit, a tergo trahitur pars longa catenx. J^an t onimipt Dient niet ïjet ïoof aïleen/maet De too?^ tfïupt-getogen.^t eeVfïfept met/ WmX ■, mm/ ^oot u aerbtfeöe Ie- Den. ü En^dien hetofperjiegehiedtvaneenigeJlAdtbeyoUnisy•*— loo hy komt te vernemen dat Vr acht ofte thien verra-dersbinnen de/ladtzijn, ■pUchhyfichgeruflteflellen-, alshy -Mijf ofte fes van de fehe bekomen en in hechtenijje <^e-Jlelt heeft? Geivifelick neen, hy en geeft zijn ziele geen rujlevoor hy alle defelve by den kop gevat-tofte immers uytterfiadgejaeght heeft. Hoe! fiaet ons anders te handelen met omge e ft e lic ke y er r aders. Vanno 1-2 Cimflelijcke piu pclli di volpi, chc dafini, in T Eft daer ick ftont en kecck ontrent een pelletier,■*-- Daer fagh ick menigh bont van menigh felfaem dier:Ick fagh er boven al veel vofle-vellen hangen,Die waren met de ftrick,ofopdejacht gevangen,Ick fagh er even-wel maer eencn ezels-vacht,Die van fijn mecfterlelfste koope was gebracht:Niet dat het laftbaer dier was iewers doot geflagen,Neen, vrienden,thadtgeleeft tot aen fijn lefte dagen jEn even doen ter tijdt lbo was het trouwe beeftSijn heer(vermits het fterf een droefheyt in den hier op ftont ick ftil: ick fagh de vofile-vellenIn foo een grooten hoop, fy waren naeu te tellen:lek fprack den meefter aen, en feyde tot den man ,Ey lieve! fegh een reys, fegh hier de reden letrdit fprak de vrient)geen ftricken voor denezel, \^Si^tm! m een Bont-toercfter^ \mtM, Maer voor den loofen vos, of voor den flimmen wefcl jDe reden is bekent: wie doet er immer quaetAen eenigh vreedtfaem beeft, dat rechte wegen gaet ?Maer al het boos ge


Size: 1599px × 1563px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1600, booksubjectemblems