. Beschouwing der Wereld . c fcheutcn zullen zich uitfpreiden, en zynehcerlykhcid zal zyn als des olyf booms: en hy zalcentn reuk hebben als de Libanon. Zy zullen -ivederkeeren, zittende onder zynefcba-duS)c; zy zullen ten leven voortbrengen [_als~\ hom,en bloeijen als de ivy?jJcok ^ zyne ge dacht enijfe zal zynals de -joyn van Libanon. R o M EIN E N I; 20. ffant zyne onzienlyke dingen worden van déJcheppinge der wereld aan, uit defchepfelen verftaantndoorzien, heide zyne eeuzvige kracht en Goddelyk-heid, op dat zy niet te verontfchuldigen en zouden zyn, 2 K o RI N THEN IV: 18. Dewyle wy niet


. Beschouwing der Wereld . c fcheutcn zullen zich uitfpreiden, en zynehcerlykhcid zal zyn als des olyf booms: en hy zalcentn reuk hebben als de Libanon. Zy zullen -ivederkeeren, zittende onder zynefcba-duS)c; zy zullen ten leven voortbrengen [_als~\ hom,en bloeijen als de ivy?jJcok ^ zyne ge dacht enijfe zal zynals de -joyn van Libanon. R o M EIN E N I; 20. ffant zyne onzienlyke dingen worden van déJcheppinge der wereld aan, uit defchepfelen verftaantndoorzien, heide zyne eeuzvige kracht en Goddelyk-heid, op dat zy niet te verontfchuldigen en zouden zyn, 2 K o RI N THEN IV: 18. Dewyle wy niet en aanmerken de dingen die menziet, maar de dingen die men niet en ziet. Want dedinghen die men ziet zyn tydlyk, maar de dingen diemen niet en ziet zyn eewvoig. Openbaar ING II: 7. Die ooren heeft die hoore wat de Geeft tot de Ge-meenten zegd: Die overwind^ ik zal hem geeven teeet en van den hoorn des levens, die in het midden vanhit Paradys Gods is. O 3 De ^o5 B E S C H O U W I N txDe N a-T Y t niet geweefl en En wy alle vallen af^ als een hlady en onze misdaa-den voeren onsbeenenwech^alseen wind. Jezaias LXIV:vers 6. De 009:,p. is voorby ^e^aan , de Zomer is ten einde:mcben zyn ivy niet verlojl, Jetemias VIII: 20. V Geen D E R W E R E L D. 207 V Gee?i dat ons haafi , eer van ons verfmaad. Vy aar is t Sieraad der groene boomen? Waar is de fierelyke blom?Zo pleeg men van wat moois te droomen, Maar s morgens is de bloei-tyd weeldens Zomer loopt ten ende , Tot aan de Winter van de Dood,Bcgind zyn macht haar fleur te fchende, En in het kort is zy ontbloot:Die dan zyn rufh en luft hier fielden, In t Paraüys van dezen tyd,Raakt, eer hy veele Jaaren telden Zyn uitverkoren hemel quyt. Een Zomer die niet wéér zal komen. Men zoek dan wooning in een allerhande vruciue boomen , Van dallerhoogfte fchoon land, in zulk een llreek gelegen, ]3aar nooit de noorde of oofte wind ,Haar groene blaadren af zal veegen, O 4 En zog D E S C H o U W


Size: 1512px × 1653px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch