. De flora van Nederland. Plants. 11. Salvia') L. Salie. Kelk buis- of klokvormig, 2-lippig, met naakte keel, een 3-tandige of ongedeelde bovenlip en een 2-spletige onderlip. Bloemkroon 2-lippig met gekromde, helmvormige, samengedrukte, gave of ingesneden bovenlip en een 3-lobbige onderlip, waarvan de middenlob grooter, gaaf of ingesneden is. Meeldraden 2 met korte helmdraden, waarop een lang, dwarsliggend helmbindsel ligt met 2 ongelijke takken, de langste draagt een helmhokje, de kortste eindigt in een schub of een spits. Vruchten eirond-driehoekig, glad- Bloemen blauw, violet, geelachtig of


. De flora van Nederland. Plants. 11. Salvia') L. Salie. Kelk buis- of klokvormig, 2-lippig, met naakte keel, een 3-tandige of ongedeelde bovenlip en een 2-spletige onderlip. Bloemkroon 2-lippig met gekromde, helmvormige, samengedrukte, gave of ingesneden bovenlip en een 3-lobbige onderlip, waarvan de middenlob grooter, gaaf of ingesneden is. Meeldraden 2 met korte helmdraden, waarop een lang, dwarsliggend helmbindsel ligt met 2 ongelijke takken, de langste draagt een helmhokje, de kortste eindigt in een schub of een spits. Vruchten eirond-driehoekig, glad- Bloemen blauw, violet, geelachtig of wit, meest groot, vaak ook vrouwelijk,. in schijnkransen, die lange, eindelingsche trossen vormen. Stengelbladen gesteeld, vaak groot, gekarteld, getand of vindeelig. Kruidachtige planten of halve heesters, min of meer welriekend. Biologische bijzonderheden. De bloemen vallen door hare kleur en door het dicht bijeenstaan op. Bij sommige soorten zijn ook de schutbladen sterk gekleurd. De bloemen zijn protrandrisch en zij staan zijwaarts. Onder het dakvormig deel der bovenlip liggen de stempels eerst boven de helmhokjes, doch later kromt zich de stijl naar beneden, de stempels komen nu iets uit de bloem steken, zoodat een insect, dat komt aanvliegen er met zijne rugzijde langs moet strijken en er stuifmeel uit jongere bloemen aan afgeeft. De insecten, vooral bijen en hommels, zet- ten zich op de onderlip en als zij de slurf naar binnen steken om den honig te bereiken, die aan den voet van het vruchtbeginsel zit,. Salvia pratensis Fig. 253. 1 bloem van rechts gezien, 2 meel- draden van rechts en voren gezien. a helmdraad , h bovenste arm van het helmbindsei, c onderste arm van het helmbindsel, d bovenste hehii- hokje, e onderst vervormd lielnihokje, ƒ vergroeiingsplaats van de beide onderste helmliokjes, g stijl in het eerste stadium, g' stijl in het tweede lilf'v'n h'lt'rv^o;s'c;'ifn'ge"kom"2 binden zij den weg daarheen door een soort helmhokjc. valdeur versperd. Bij


Size: 2053px × 1217px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants