. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.] . I ig. 125. Bloem van de vanielje. I Stempelzuil afgescheiden van het labellum: 2 Bovenste deel van de stempelzuil, waaruit de stuifmeelkorrels genomen zijn: 3 Stuifmeelkorrels. rol bij de natuurlijke bevruchting; het vangt het stuifmeel op, dat de van bloem tot bloem vliegende insecten bij zich dragen. Midden in de bloem zien wij de bevruchtingsorganen, die tot de zoogenaamde stempelzuil vergroeid zijn. Het mannelijk orgaan bevindt zich aan den top van de z


. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.] . I ig. 125. Bloem van de vanielje. I Stempelzuil afgescheiden van het labellum: 2 Bovenste deel van de stempelzuil, waaruit de stuifmeelkorrels genomen zijn: 3 Stuifmeelkorrels. rol bij de natuurlijke bevruchting; het vangt het stuifmeel op, dat de van bloem tot bloem vliegende insecten bij zich dragen. Midden in de bloem zien wij de bevruchtingsorganen, die tot de zoogenaamde stempelzuil vergroeid zijn. Het mannelijk orgaan bevindt zich aan den top van de zuil in een omhulsel, gescheiden van het vrouwelijk orgaan door een lipje, dat deel uitmaakt van den stempel en de opening ervan bedekt. De helmknop bestaat uit twee pollenmassa's. De stempel is bedekt met een kleverige stof om het stuifmeel vast te houden. De vrucht is een vleezige doosvrucht, 15 a 25 lang en groen


Size: 2725px × 1835px
Photo credit: © The Bookworm Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectagriculture, bookyear