. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . aan de aarde kleeven, Die wigtig zinkt ter hellewaart:t Is iders tyd om los te fcheuren,En de aanhang Gods voor goed te keuren % Dat s een verheven hemelvaart. Mat. 148 Spiegel van het Mattheus V: 3,4. 2jalig [zyn] de arme van geeft: want hunneris het koningryk der hemelen. Zalig [zyn] die treuren: want zy zullen ver-trooft worden. En vers 10,11, \%. Zalig [zyn] die vervolgd worden om der ge-rechtigheid wil: want hunner is het koningrykder heme


. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . aan de aarde kleeven, Die wigtig zinkt ter hellewaart:t Is iders tyd om los te fcheuren,En de aanhang Gods voor goed te keuren % Dat s een verheven hemelvaart. Mat. 148 Spiegel van het Mattheus V: 3,4. 2jalig [zyn] de arme van geeft: want hunneris het koningryk der hemelen. Zalig [zyn] die treuren: want zy zullen ver-trooft worden. En vers 10,11, \%. Zalig [zyn] die vervolgd worden om der ge-rechtigheid wil: want hunner is het koningrykder hemelen. Zalig zytgy, alsu [de menfen] fmaaden, envervolgen, en liegende alle kwaad tegen u fpree-ken, om mynent wil; Verblyd en verheugt [u, ] want uw loon [is]groot in de hemelen: want alzo hebben zy ver-volgd de Profeeten, die voor u [ge weeft zyn.] Hebreen XII: 11. En alle kaft yding,als die tegenwoordig is/chyntgeen [zaak] van vreugde, maar van droefheid tezyn: doch daar na geeft zy van zich een vrecd-zaamc vrucht der gerechtigheid den geenen diedoor dezelve geoefend zyn, tls Menselyk Bedr y f. 149De VEENDER. t Is ongezien, Doch t kan gefchien,. Van onder t water word gehevenEen {lof, om vuur en vlam te geeven , Tot nut en tegenweer der kouw:Zo moeft de mens materi villenVan onder s levens kommernillèn,Tot vreugd, die eeuwig gloriën zouw. SpreüJ 150 Spiegel, van het Spreuken III: 13,14. Welgelukzalig is de mens [die] wysheidvindjen de mens [die] verftandigheid voortbrengt. Want hun koophandel is beter dan de koop-handel van zilver; en hun inkomft dan het uitge-graavcn goud. Maleachi III: 1,3. Maar wie zal den dag zy ner toekomfl: verdraa*en ? en wie zal beftaan als hy verfchynt ? wanty zal zyn als het vuur eenes goudfmits, en alsZeep der vollers. En hy zal zitten, louterende, en het zilver rei-nigende , en hy zal de kinderen Levi reinigen, enhy zalze doorlouteren als goud, en als zilver: danzullen zy den Heerë fpysofrer toebrengen ingerechtigheid. Hoe in: Menselyk Bedryf.


Size: 1515px × 1650px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookauthorluikencaspar16721708, bookauthorluikenjan16491712